19 Benoemingen. Bij het benoemen van onderwijzeressen werd, op enkele uitzonderingen na, door de Hoofden der scholen het advies gevraagd van de sub-Commissie, die zich met deze taak belast heeft. Door deze hoofden daartoe uitgenoodigd. woonde zij de proeflessen der candidate!! bij en trad voorts met hen in overleg omtrent de personen, die voor benoeming het meest in aanmerking kwamen. Gang tan het onderwijs. De in 1891 ingevoerde regeling van het onderwijs in de nuttige handwerken, waardoor alle meisjes eener school dit onderwijs tegelijkertijd ontvangen, heeft het groote voordeel, dat de klasse-indeeling voor de handwerken geheel onaf hankelijk van die voor de overige vakken kan plaats hebben. Dit bevordert zeer den doelmatigen gang van het onderwijs daarin. Intusschen mag het Comité niet nalaten nogmaals met eenigen klem te wijzen op de wenschelijkheid, dat aan dit vak meer tijd mocht kunnen gewijd worden. In de gunstigste gevallen toch blijven de leerlingen der kostelooze scholen deze niet langer dan tot haar twaalfde jaar bezoeken. De meesten gaan dan dienen, en ontvangen verder geen onderwijs in de handwerken. Moge nu de ondervinding al geleerd hebben, dat een leertijd van 3 uren 's weeks, gedurende 6 schooljaren, bij eene goede organisatie van het onderwijs, voor tamelijk vlugge leerlingen voldoende is, om zich zóóver in de verschillende onderdeelen van het vak te bekwamen, dat zij zich gedurende haar verder leven met de verkregen kennis en vaardigheid kunnen behelpen, aanbeveling verdient het toch dit onderwijs verder uit te strekken en te bevestigen. Reeds deed het Comité eene schrede in die richting, door bij zijne schoolbezoeken aan te dringen op afschaffing van minder noodzakelijke onderdeelen van dit onderwijs, alsb. v. het breien van borstrokken of andere samengestelde kleeding- het vak. maar ook daarop, dat zij bij de gave van organi satie van dit leervak in zijn geheelen omvang, tevens grondig bekend zijn met de beste methode van onderwijs daarin terwijl eene zekere mate van paedagogische ontwikkeling hier evenmin gemist kan worden, als bij eenig ander leervak.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1893 | | pagina 297