20 Aan de admissie-examen namen 59 adspiranten deel, van welke 36 slaagden. Zonder examen werden om verschillende redenen 20 jongelieden tot de school toegelaten, zoodat er in het geheel 56 nieuwe leerlingen bijkwamen. Wederom werden, evenals aan de Ambachtsschool, aan de beste leerlingen prijzen uitgereikt. Op den aan de Ambachtsschool toegevoegden Cursus voor volwassenen telde men dit jaar 42 leerlingen tegen 45 in het vorige jaar, van welke 16 voor 5 avonden, 26 voor 3 avonden in de week. Zij behooren tot allerlei vakken: timmerlieden 't meest, voorts smeden, machinebankwerkers, loodgieters, zinkwerkers, ververs, meubelmakers, steenhouwers, stukadoors, zelfs vindt men onder hen 1 goudsmid en 1 graveur. Sommigen hunner zijn gediplomeerde oud-leerlingen der Ambachtsschool of der Afdeeiing Burgeravondschool, anderen moeten nog van meet af aan beginnen. Het onderwijzend personeel bij dezen cursus is versterkt met 1 onderwijzer in rekenen en practische meetkunde en 1 onderwijzer in practische natuur-, schei-en werktuigkunde, om te voldoen aan de aanvragen van hen, die zich ook in deze vakken wenschen te bekwamen, overeenkomstig de toenemende eischen des tijds. III. De Industrieschool voor meisjes. Directrice MejuSrouw S. Beydals. Het getal leerlingen dezer school gaat met reuzenschreden vooruit. Was ten vorigen jare het cijfer van 100 leerlingen even overschreden (91 voor alle, 11 voor enkele lessen), thans is een getal van 134 leerlingen bereikt, waarvan 127 voor volledig onderwijs en 7 voor sommige vakken. Gelukkig dat het nieuwe ruime schoolgebouw voor allen plaats biedt De maatregel van splitsing in twee parallel-afdeelingen in 1892 op de eerste klasse toegepast, moest in 1893 ook voor de tweede klasse worden genomen. In de vijf klassen telt men thans, beginnende met de laagste, achtereenvolgens 48, 32, 20, 12 en 15 leerlingen, behalve de 7 leerlingen voor enkele lessen. Bij de toelatingsexamen slaagden van de 61 adspiranten

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1893 | | pagina 442