99 3. Schoolgebouw. 4. Personeel. Omtrent den toestand van het gebouw is niets bijzonders mede te deelenhet verkeert in behoorlijken staat van on derhoud. De wensch in het vorig verslag uitgesproken, dat de straten langs het gebouw met asphalt gedekt mochten worden ter vermindering van het geraas van rijtuigen, werd tot heden niet vervuld. Curatoren wenschen op dit punt nogmaals de aandacht te vestigen. Door Burgemeester en Wethouders werd na overleg met Curatoren aan de heeren Dr. Pareau en Dr. Dekkers ver gunning verleend om voor het hun opgedragen onderzoek van levensmiddelen gebruik te maken van een lokaal in het Gymnasium. Bij Curatoren bestond daartegen geen bezwaar, omdat en zoolang het onderzoek ook aan een der leeraren van het gymnasium zal zijn opgedragen. Het heeft thans geregeld plaats in het laboratorium der natuur- en scheikunde. Uit de in het vorig verslag vermelde aanbeveling voor de benoeming van een leeraar in de geschiedenis en aard rijkskunde werd op 3 Januari 1893 door den Raad benoemd de heer Mr. W. M. H. Boers, leeraar aan de Hoogere gedurende een geheelen cursus getoond had de noodige bek waamheid en geschiktheid te bezitten, geen enkele reden kon bestaan hem de verhooging te onthouden, waarop hij volgens de verordening billijker wijze aanspraak kon maken. Burgemeester en Wethouders deelden echter aan Curatoren mede, «lat zij geen termen hadden gevonden dat voorstel bij den Raad te ondersteunenvan de redenen die daartoe hadden geleid werd geen mededeeling gedaan. Door den Gemeenteraad werd intusschen op 16 October op voorstel van den heer Evers de bedoelde verhooging toegestaan, en tevens overeenkomstig het voorstel van Curatoren, met in gang van 1 Januari 1894. aan Dr. van Meurs en Dr. van Besten ieder eene verhooging toegekend van f 250 en aan den heer Humans van f 50.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1893 | | pagina 454