22
Burgerscholen te Delft en te Rotterdam, die op 1 Maart
zijne betrekking aanvaardde.
Gedurende de maanden Januari en Februari werden de
lessen van den heer Aitton gedeeltelijk waargenomen dooi
de heeren van Aalst en Stell wagen.
In het einde van het jaar leed het gymnasium een ge
voelig verlies door het overlijden van den heer J. E Gacon
op 8 December. Wij mogen niet nalaten openlijk hulde te
brengen aan de groote bekwaamheid en geschiktheid door den
heer Gacon gedurende ruim 18 jaren in zijne betrekking ten
toon gespreid. Hij was voor zijne leerlingen een trouw en
bemind leidsman en zijn omgang werd door iedereen op
hoogen prijs gesteld. Reeds bij het begin van den nieuwen
cursus in September 1893 bleek zijne gezondheid hem niet
te veroorloven zijne lessen aan het gymnasium te geven
Curatoren hebben daarom, met goedkeuring van Burge
meester en Wethouders, de waarneming zijner lessen van
1 October af opgedragen aan den heer C. Timmermans, on
derwijzer aan ééne der gemeentescholen. In het laatst van
het jaar was echter ook deze door ongesteldheid verhinderd
geregeld les te geven, zoodat nog vóór het einde des jaars
maatregelen werden genomen om tijdens de vacature van
den heer Gacon behoorlijk in de lessen in het Fransch te
voorzien.
Evenals voor den cursus 1892/93 heeft plaats gehad (zie
het vorig verslag), werd voor den nieuwen cursus, naar
aanleiding van een daartoe tot Curatoren gericht verzoek
van den directeur der Hoogere Krijgsschool, aan Dr. Pareau
vergunning verleend zijne lessen in de natuurkunde over te
dragen aan Dr. van Loghem, ten einde daardoor een grooter
aantal uren onderwijs te kunnen geven aan de Krijgsschool.
Curatoren vonden daartoe vrijheid, omdat de ondervinding
had bewezen, dat het onderwijs aan het gymnasium daar
door geen schade leed en die vergunning voor één jaar werd
gevraagd in afwachting eener reorganisatie van het onderwijs
aan de Krijgsschool. In November is nu door den directeur
dier school namens den Minister van Oorlog gevraagd eene
meer blijvende regeling te maken in dien zin, dat het aantal
lesuren wekelijks door den heer Pareau aan de Krijgsschool
te geven en dat bij de primitieve regeling bij Raadsbesluit
van 17 September 1878 op acht was bepaald, tot zestien
zou worden uitgebreid.