23 verklaarde Koelman zich op de hem eigene eenvoudige en praktische wijze bereid, de zich daartoe aanmeldende leer lingen voort te helpen. Met gebrekkige middelen, zoo goed en kwaad als ’t kon, wees Koelman hun aanvankelijk den weg, en legde aldus de grondslagen voor den nu alom bekenden en gezochten cursus M. 0., waar ruim de helft onzer tegenwoordige leeraren en leeraressen hunne opleiding ontvangen hebben. Voor de hem dierbare inrichting stelde Koelman die prach tige, levensgroote anatomie-figuren samen, waarvan nergens de weergade bestaat, en die bij het onderwijs zulke groote diensten bewijzen. In 1888, op zijn 70e Jaar, legde Koelman de betrekking van Directeur der Teeken-Academie neer. Hij bleef echter aan haar verbonden, en zal door zijn nagelaten wer ken, in de door hem zoo geliefde inrichting blijven voortleven. Mogen nu de cursus in het schilderen, in de kunstnijver- heidsvakken en die voor het M. O. zich in een steeds toe nemenden bloei verheugen, reeds het vorig verslag maakte er melding van, dat de gewone winteravond-cursus met de uitbreiding dier cursussen geen gelijken tred houdt. Het teekenonderwijs, dat sedert op de openbare school gegeven wordt, en de veelvuldiger gelegenheden om bijzonder onder wijs in het teekenen te ontvangen, zijn er gewis oorzaak van, dat de lagere afdeelingen van den avond-cursus zich niet zóó uitbreiden als men van eene steeds grooter wordende gemeente gelijk ’s-Gravenhage zou mogen verwachten. De dagcursus in kunstnijverheidsvakken, die nog slechts eenige jaren bestaat, begint daarentegen meer en meer popu lair te worden. Waren het in den aanvang enkele zonen van Haagsche kunstnijveren, die onder leiding van den heer Kekling de esthetische zijde van hun vak leerden beoefenen, bij den aanvang van den nieuwen dagcursus melden zich reeds jongelingen uit andere plaatsen, uit Gouda, Delft, Leidschendam en elders aan, om deze lessen te volgen. Niet minder dan 21 jongelieden, onder welke aanstaande decoratie schilders. meubelmakers en ververs, zijn nu in die afdeeling te zamen. Ten einde het onderwijs beter onder het bereik van vele ouders te brengen, is het schoolgeld van f 60 op f 40 ’s jaars gebracht en heeft men bovendien de gelegen heid niet uitgesloten, om jongelingen met flinken aanleg, die buiten machte zijn, zelfs deze matige som te betalen, gratis toe te laten. J

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1893 | | pagina 470