23 Ter voldoening aan veler verlangen om in een boekje bijeen te vinden wat een ieder, in verband met het door hem gekozen vak, op de Academie leeren kan, heeft de Raad in het afgeloopen jaar een dergelijk geschrift doen samenstel len, getiteld „wat men op de Academie leert,” en waarbij een leerplan gevoegd is, hetwelk een overzicht van al de leervakken bevat. Bleef de Raad van bestuur onveranderd en werden op de algemeene ledenvergadering van 30 September jl. de aftre dende ledenDr. L. R. Beunen, J. v. d. Sande Bakhüyzen, C. H. Peters en Pu. Sadée herkozen, evenals de gemeente raad den heer F. H. van Matsen wederom in den Raad van Bestuur afvaardigde, de ledenlijst daarentegen kromp door overlijden, vertrek naar elders of kwijnende belangstelling weder zoodanig in, dat de Academie op het oogenblik nog slechts 174 leden en 9 begunstigers telt. Tien leden ontvielen aan de Academie in het afgeloopen tijdvak. Ook in het leeraarspersoneel hadden eenige verwisselingen plaats. De Leeraar B. J. Claus, wiens onderwijs waardeering vond, werd te Arnhem benoemd en ontving op 1 October 1892 zijn eervol ontslag als zoodanig. Ook de leeraar A. F. G. Becker, die sinds 1 October 1890 met ijver en tact onderwijs gegeven had, werd op 1 December 1892 tot leeraar aan de Nijverheidsschool te Enschedé benoemd, en verliet de Academie. Den heer Lichtenbelt, wien het door zijne steeds toenemende lessen in het werktuigkundig teekenen te Rotterdam aan tijd ging ontbreken om ook aan onze inrichting den door machinisten en bankwerkers zoo ijverig bezochten cursus voort te zetten, verzocht en ontving, tot leedwezen van den Raad, met 1 October zijn eervol ontslag. In zijne plaats werd door hem warm aanbevolen zijn assitent, de heer A. J. Caspers, die sedert I October zijne betrek king vervult. De zeer druk bezochte schildercursus eindelijk, die het toe zicht en de leiding van meer dan een leeraar eischte, noopte den raad, op voordracht van den onder-directeur, met ingang van 1 October jl. tijdelijk tot leeraresse bij dien cursus te benoemen: Mej. A. Bridge, oud-leerlinge der Academie.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1893 | | pagina 471