24
ONAFGEBROKEN.
TIJDELIJK.
TE ZAMEN.
650
1806
3355
1549
1086
436
waaronder 373 eenloopende gezellen en 713 gezinnen, uit
makende 2982 personen.
Naar de verschillende kerkgenootschappen is de verdeeling,
ingericht naar het voorschift vervat in art. 26 der Veror
dening, als volgt
tot 672 gezinnen, uitmakende 1633 personen, bedeeld met
f526.55 en 582 brooden ’s weeks.
Wijzende, in verhouding tot hetzelfde tijdstip des vorigen
jaars, opnieuw eene vermeerdering aan van 72 gezinnen met
f61.80 in geld doch 27 kilogram brood minder.
Het gezamenlijk aantal der door het Burgerlijk Armbestuur
in 1893 bedeelden heeft, met uitzondering van dezulken ten
wier behoeve reispenningen of transportkosten enz. werden
verstrekt, bedragen
Gezinnen.
Personen.
Gezinnen.
Personen.
Gezinnen, i Personen.