24 en waren 59 130 103 236 408 266 208 1410 tusschen 5 ff 10 20 30 40 T Eene vergelijking dezer opgave met die over 1892 geeft, met opzicht tot de in de zes eerste geneeskundige afdeelingen in doorloopenden geneeskundigen onderstand opgenomen per sonen in 1893 een hooger cijfer aan van 59 gezinnen en van 251 personen (leden des gezins beneden de 18 jaar), terwijl het totaalcijfer der verpleegden in gestichten die dien onderstand genoten, volgens de met 1 Januari 1886 vernieuwde, en met zorg bijgehouden registers, 895 heeft bedragen. Bij het eenigszins grooter aantal in doorloopenden genees kundigen onderstand opgenomen gezinnen en personen, was het aantal in de zes eerste afdeelingen uitgereikte zieken briefjes, die persoonlijk en niet langer dan eene maand geldig zijn in de zes eerste onderstandswijken 215 minder, doch in de 7de onderstandswijk, waarin Scheveningen is gelegen en alwaar uitsluitend ziekenbriefjes zijn verstrekt, was het aantal 716 hooger dan gedurende 1892. De verstrekking van breukbanden, enz. had in 1893 ten behoeve van 612 personen plaats, terwijl de daarvoor gemaakte kosten, die jaarlijks afwisselen, ditmaal f 169.75 hooger zijn geweest dan het vorige jaar. Met opzicht tot de verpleging in het Ziekenhuis valt te vermelden, dat, terwijl daarin op ultimo December 1892 nog 144 personen in verpleging waren gebleven, blijkens de hier vorenstaande opgaven, in den loop des jaars, op verklaring van onvermogen werden opgenomen 1684 lijders, welke 1828 personen, samen gedurende 59.842 dagen zijn verpleegd, alzoo 6 verpleegden en 172 verpleegdagen meer dan in 1892. Het aantal verpleegdagen door elkander genomen bedroeg voor ieder nog niet volkomen 33 dagen en stond gelijk met dat des vorigen jaars. Voor die verpleging worden, zooals bekend is, ingevolge Raadsbesluit van 26 Augustus 1884, geen kosten meer vergoed. Van de genoemde 1828 verpleegden beneden het jaar tot 5 jaar oud. 10 jaar 20 30 40 50 ff ff ff •n •n n overgebracht

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1893 | | pagina 496