30 Het aantal VERKOCHTE PANDEN D V 145 24 Minder 121 was aan 1155 283 123 40 19 o 100 19 26 2 2 2 2 4 24 Meer voorgeschoten f 16123.d. i. beleend kapitaal meer, dan ten Van Meer Minder dan in 1892. 12 2 5 10 20 30 50 Van het aantal verkocht gedeelte linnen en 1.77 pet. in 1892. Bij de laatste verknoping in 1893 werd door twee houders van «verkoophuizen enz.» gebruik gemaakt van art. 37 van het Reglement voor de Bank van Leening. waarbij den houders van beleenbriefjes wordt toegestaan om wanneer een pand langer dan zes maanden is beleend geweest, dit in de eerstvolgende veiling te doen opnemen. Bij die gelegenheid werden op hun verzoek tachli<i panden verkocht van lieden die bij hen de beleenbriefjes hadden verpand. Op die 80 panden was door de Bank van Leening voorgeschoten f206.50 waarop na den verkoop een overschot beschikbaar was van f51.80, wat door hen kort daarop werd afgehaald. Gelijk bekend is, wordt door hen 10 pct. van de beleensom geleend en aangenomen dat de beleeners der panden hunne briefjes terstond na de beleening bij hen hebben verpand, dan is door hen in 6/m tijd ruim 150 pet. winst behaald. Met het oog op de belangrijke schade die de beleeners zich berok kenen door hunne beleenbr iefjes te verpanden, is dezerzijds getracht bedroeg dit jaar 3964 waarop 121 panden minder en f 791 vorigen jare. Dit verschil liet zich verdeelen als volgt: tot en met f 100 200 300 1 2.50 6 12 22 35 55 105 205 2316 d. i. 20 3 5 3964 I der in dezelfde maanden beleende panden, is het voor de gouden en zilveren panden 2.02 pet., voor de wollen 1.42 of gezamenlijk 1.26 pet. tegen 2.20, 1.45 en

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1893 | | pagina 513