33 daarmede a a n- Sigarenverkoopers Schoenmakers Spekslagers Timmerlieden Tappers Vleeschverkoopers Verzekeringmaatschappij Verfverkoopers Groentenhandelaars f 12437.85 of f4020.20 verband staat met de 2 4 8 1 2 3. Visscherij en verwante bedrijven. De schrobnetvisscherij werd in 1893 zooals gewoonlijk aangevangen in het laatst van Januari; zij die te Vlaar- dingen of Maassluis gehavend hadden, ter veilige berging, begonnen een veertiental dagen later, daar het ijs op de Maas hen verhinderde uit te gaan. Deze visscherij werd uitgeoefend door 155 bommen en 32 loggers, tegen 159 bommen en 29 loggers in 1892. In verhouding tot de uitbreiding der vloot was de deelneming iets minder dan in 1892, wat hieraan is toe te schrijven dat deze visscherij meer in het belang van de visschersbe- volking dan in dat van den reeder wordt uitgeoefend. De bommen besomden tezamen f 187618.40 of f 1210.44 gemiddeld per schuit; zijnde f 234.10 meer dan in 1892: hierbij dient te worden opgemerkt dat 1892 tot de aller ongunstigste jaren behoort, zoodat het voordeelig verschil, in 1893 verkregen, geen aanleiding gaf om den uitslag te roemen, hoewel de aanbrengst bevredigend was. Tot April werd zeer weinig gevangen, daar vooral de tweede helft van Maart zich door windstilte deed kennen. Begin April werd de vangst gunstiger, en vooral tongen werden meer aangevoerd dan in de twee vorige jaren. Verder was het de visch op de kust, in hoofdzaak uit kleine schol bestaande, waaraan de besomming te danken is, daar de zoogenaamde buitenlek ook ditmaal weder geen groote schol opleverde. De zoogenaamde vrouwenvisch wordt thans zoo goed als algemeen publiek verkocht en direct aan de vrouwen uit betaald de opbrengst daarvan was meer dan in 1892, hetgeen in Aantal, 1 2 1 1

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1893 | | pagina 540