33 4. Scheepvaart. a. Binnenlands. Scheveningen verkocht, omdat de prijzen in laatstgenoemde plaats dikwijls beter waren en omdat de verkoop in kantjes, zooals te Scheveniugen geschiedt, voor reeder en visscher voordeeliger is, dan die per gepakte ton. zooals de gewoonte is te Vlaardingen. Deze verpakking sleept onkosten na zich, die door den verkooper betaald worden, De handel in deze vischsoort blijft toenemen. Bij het eindigen der haringvisscherij is de grootste helft der visschersvloot in verschillende havens binnengeloopen met het oog op veilige berging der bommen. Te Vlaardin gen werd evenals het vorig jaar verlof bekomen om de spoorhaven te gebruiken. Enkelen vonden een schuilplaats te Delft. Het strand te Scheveningen wordt voortdurend meer ongeschikt voor de veilige berging der bommenzelfs voor het landen der schuiten is door het afnemen van het strand nog maar een klein terrein bruikbaar. Een haven is ouder deze omstandigheden meer dan ooit een dringende eisch geworden, om de visscherij van Scheveningen voor ondergang te behoeden. Er is een haven onbereikbaar om verschillende redenen, dat dan steun worde verleend aan het aanhangige plan voor een binnenduinsch kanaal naar den Hoek van Holland. De tegenwoordige toestand te Sche veningen roept luide om voorziening op een of andere wijze. Aan het einde van 1893 waren er in deze gemeente 110 vaartuigen van 10 of meer tonnen inhoud, tegen 127 in 1892. De beurtschepen, pak- of marktschuiten van en op ’s-Gravenhage varende meten te zamen 1997 ton en de stoombooten tusschen deze gemeente en andere plaatsen en vice versa hebben een gezamenlijken inhoud van 1009 ton (zie verder hieromtrent 7). Van de 110 vaartuigen boven vermeld, zijn er 91 onbewoond, metende 2614 ton. waarvan er 18 te Scheveningen tehuis behooren19 zijn bewoonde schuiten, metende te zamen 718 ton. Van deze worden 2 uitsluitend tot woning gebezigdde overigen dienen tevens tot berging en verkoop van goederen als fruit, kool, matten, brandstoffen en aardappelen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1893 | | pagina 544