33 kunnen verliezen. In de derde plaats gaf de Kamer in over weging het stelsel van eigen aangifte tot plaatsing op de kiezerslijst bij het kiesreglement voor de Kamers van Koop handel op te nemen. II. aan Burgemeester en Wethouders dezer gemeente in zake haar gezonden plannen tot verbetering der Wagenbrug met daarbij behoorend stratenplan. De Kamer kon zich met de daarbij ontwikkelde denkbeelden niet vereenigen. Zij zette aan Burg, en Weths. hare bedenking uiteen, en gaf daar bij te kennen, dat men haar inziens eerst dan tot een bete ren toestand ten deze kon geraken, indien het geheele plan der vaartverbetering kon worden overzien en de richting van het te graven Laakkanaal vaststond. Zoolang hierom trent nog zekerheid ontbreekt, meende de Kamer dat er meer reden bestond om voorloopig omtrent de verbetering der brug een afwachtende houding aan te nemen. Dit be lette evenwel niet dat de Kamer zelf ten opzichte dezer kwestie te kennen gaf, te willen vasthouden aan het vroeger door haar aangegeven plan en zij wees er daarbij nog op dat als eene nieuw te maken basculebrug slechts een meter in noordoostelijke richting naar de zijde der Bierkade werd verlegd, en ook aan die zijde de verbreeding werd gezocht, deze zaak op doeltreffende wijze kon worden beëindigd. III. aan den Minister van Buitenlandsche Zaken in zake de vertaling van het jaarverslag der Kamer in het Engelsch of Fransch ten behoeve van het buitenland. De Kamer gaf te kennen dat eene dergelijke vertaling hare krachten te hoven ging en meende bovendien dat wellicht met uitzon dering van het hoofdstuk betreffende de visscherij haar verslag uit den aard der zaak te zeer tot plaatselijke toestanden zich bepaalt, dan dat de kennisneming er van voor het buitenland van belang zou kunnen zijn. Om verschillende redenen werd afwijzend beschikt op of werd voor kennisgeving aangenomen I. Het verzoek van den Bond tot bestrijding van over dreven Zondagsrust om adhaesie voor zijn adres aan de Regeering om uitbreiding van het aantal diensturen op post en telegraafkantoren op Christelijke feestdagen, geen Zondagen, voornamelijk op grond dat de Kamer reeds vroeger op een soortgelijk verzoek afwijzend beschikte.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1893 | | pagina 571