53
uitgenoodigd den Raad van praeadvies te dienen ten
opzichte van liet voorstel.
In dezelfde vergadering werd eene gelijkluidende motie
aangenomen omtrent het voorstel om machtiging te
verleenen de werken voor demping en rioleering van
’s-Gravenhage verder voor te bereiden, overeenkomstig
een ook daarvoor den Raad aangeboden ontwerp.
3o. Slooten.
a. De verklaring van algemeen nut der onteigening
ten behoeve van het dempen van de Elandsloot en van
de sloot achter de erven aan de achterzijde van de
Helrnersstraat en het verbreeden en doortrekken van
de Elandstraat van de Toussaintkade tot de Afzanderij-
vaart, benevens het maken van een’ toegangsweg, ver
bindende het einde dier straat met de Veenkade, werd
door de wet bekrachtigd.
Gedeputeerde Staten dezer Provincie benoemden bij
resolutie van 20 November 1893 no. 5, de Commissie
uit hun midden, bedoeld in Art 10 der Wet van 28
Augustus 1851 (Staatsblad no. 125)de Commissie hield
den 14den December zitting tot het aanhooren van be
zwaren der belanghebbenden.
b. In de Raadsvergadering van 8 Augustus werd het
voorstel aangenomen van Burgemeester en Wethouders
tot het aangaan van eene ruiling van grond met de
Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen waar
bij, behalve eene aanmerkelijke verruiming van den
Schenkweg nabij den ingang tot de goedereninrich
tingen op het stationsemplacement van genoemde Maat
schappij, nog werd verkregen dat de sloot, die, tusschen
het gebouw op den hoek van den Bezuidenhoutschen
weg en bedoelden ingang, den Schenkweg van het
stationsemplacement scheidt, gedempt zal worden.
In de Raadsvergadering van 16 October werd het voor
stel aangenomen van Burgemeester en Wethouders tot het
dempen van de sloot langs den Prinsessewal. De vereischte
wettelijke bekrachtiging werd nog niet verkregen.
4o. Pompen.
Het gewone onderhoud der openbare pompen ge
schiedde in eigen beheer: alleen het verfwerk werd
openbaar aanbesteed.