zeewater-
Buitenshuis werd hulp verleend in 252 gezinnen, van
welke 221 in de stad en 31 daarbuiten.
Het aantal verpleegdagen bedroeg 41736.
De Sophiastichting verpleegde dit jaar 118 kinderen
en wel 77 meisjes en 41 jongens. Zij waren afkomstig
uit: Amsterdam 7, Delft 10, ’s-Gravenhage 48, Rotter
dam 29, Utrecht 9, Vlaardingen 2, Arnhem 2, Dordrecht 3,
Voorschoten 2 en verder uit Leiden. Zutfen, Berden op
Zoom, Oudewater, Voorburg en Maassluis ieder eén.
40 kinderen mochten de stichting geheel genezen ver
laten, 72 vertrokken in verbeterden toestand, terwijl
bij 6 kinderen geene verbetering was te bespeuren.
Er werden 2461 zeebaden genomen en 448
baden in het gebouw.
Ter vervanging van wijlen baron van Tuijl van
Serooskerken werd tot regent benoemd de heer J. C.
WlLBRENNINCK.
Mr. F. A. H. von Weckherlin en Mr. H. J. Dijkmeester
werden benoemd respectievelijk tot voorzitter en onder
voorzitter. Overigens bleef het bestuur onveranderd.
In het Kinderziekenhuis, gevestigd aan de Laan van
Meerder voort, werden van 1 Mei 189230 April 1893
opgenomen 336 kinderen, waarvan 185 jongens en 151
meisjes. Van deze kinderen vertrokken er 211 als genezen,
25 keerden verbeterd naar huis terug, 7 kinderen moesten
ongenezen de inrichting verlaten, 56 kinderen stierven.
1 Mei 1893 bleven 37 kinderen onder behandeling.
Het aantal verpleegdagen beliep 10940 zoodat de ge
middelde duur van elke verpleging 35.4 dag bedroeg.
Op de polikliniek werd weder drie maal per week
aan onvermogenden de gelegenheid gegeven met hunne
zieke kinderen zich aan te melden.
1911 kinderen werden aldaar ingeschreven, waarvan
aan 1253 baden werden gegeven.
De geneeskundige dienst bleef als vorige jaren geregeld.
Naast Dr. van Wely en Dr. L. van der Hoeven
werd geneeskundige hulp verleend door Dr. C. L. G.
Bejht, Dr. M. J. Bodvin en Dr. G. D. Cohen Tervaert.
De bestuursleden Dr. van Wely en W. J.M. de Bas,
die aan de beurt van aftreden waren, werden in de
algemeene vergadering van leden herkozen.