89
HOOFDSTUK VII.
a. Nationale Militie.
Het aandeel der Gemeente in de lichting bedroeg
306 man;
Afgemaakt werden op verzoek van particulieren
tegen geheele of gedeeltelijke vergoeding 122 honden
en 4 katten en kosteloos voor minvermogenden 188
honden en Tl katten.
Er werden 118 honden tegen vergoeding gedurende
kortoren of langeren tijd verpleegd, tegen 76 in 1892.
Op 31 December waren aanwezig 27 honden.
De inrichting van het asyl onderging verandering
door vervanging van de steenen hokken door kennels,
waarin iedere hond een afzonderlijk houten hok en
daarbij een vrijen loop heeft. Ook de ruimte voor het
gebouw is met zulke kennels bezet. Hoewel deze ver
andering eene groote uitgave veroorzaakte, werden
daarvan reeds gunstige uitkomsten ondervonden door
vermeerdering van bet aantal in den kost opgenomen
honden, welker opbrengsten eene voorname bron van
inkomsten zijn.
Het terrein der inrichting is vergroot met 264 M2
door aankoop van eene rij aan het asyl grenzende huisjes.
Omtrent de inrichting van het nieuwe terrein is nog
niet beslist.
Het ledental vermeerderde. Het bedraagt thans 85
te ’s-Gravenhage en daarbuiten 54.
In het bestuur hadden eenige veranderingen plaats.
In de plaats van Jhr. Mr. R. A. Klerck, die als Voor
zitter wenschte af te treden, werd als Voorzitter geko
zen Jhr. L. J. Quarles van Ufford: voor den heer H. C.
Carpentier, die van de tijdelijke waarneming van het
penningmeesterschap wenschte ontslagen te worden,
werd tot penningmeester gekozen Dr. H. F. van de Ven
in de plaats van Mr. H. N. C. baron van Tuyll van
Serooskerken, die zijn ontslag nam, werd gekozen de heer
P. J. van Houten, terwijl ook de heer Capel het Bestuur
verliet, in welke vacature nog moet worden voorzien.
Nationale Militie en Schutterij