116
V. Klinische scholen.
Geene.
VI. Scholen van bijzondeken aard en strekking.
Zangscholen.
De Koninklijke Nationale Zangschool voor handwerks
lieden telde op 31 December 1894 78 mannelijke en 86
■vrouwelijke leden: bovendien een 30tal kunstlievende
leden en 40 Donateurs.
d. Teekenscholen.
Aan de niet gesubsidieerde teekenschool van den lieer
W. P. Laarman werd door één’ onderwijzer aan 31
mannelijke leerlingen onderwijs gegeven; aan die van
den heer J. M. L. Lotz door drie onderwijzers aan 43
mannelijke leerlingen.
Mededeelingen omtrent de Academie van Beeldende
Kunsten komen voor in Afdeeling VIII (Kunsten en
Wetenschappen) van dit Verslag.
b. Ambachtsschool.
Het personeel der school bestond uit den Directeur
en 16 leeraren.
Het getal leerlingen bedroeg 205.
De school genoot een subsidie van f 10.000 van de
Gemeente en een van f 2000 van de Provincie.
c. Industrieschool voor meisjes.
Het personeel der school bestond uit de Directrice en
13 leeraressen.
Het getal leerlingen bedroeg 130. terwijl bovendien
nog 8 leerlingen enkele lessen bijwoonden.
De school genoot een subsidie van de Gemeente van
f 6000.
3 leeraren en 2 adsistenten, die ook onderwijs geven op
de school voor volwassenen.
Deze school genoot over 1894 weder een subsidie van
de Gemeente van f 4000.