16
Bijlage
s-Grarenhage, 19 Februari 1895.
Ter voldoening aan art. 23 der Verordening regelende
de Gemeenteapotheek (Verz. 1885 n°. 2), hebben Inspectores
de eer ÜEdel Achtbaren het navolgende verslag over 1894
uit te brengen.
In het college van Inspectores kwam geene verandering,
evenmin in het personeel der Apotheek.
Het personeel kweet zich bij voortduring goed van zijn
taak. Aan den inwonenden bediende werd door den Gemeente
raad eene traktementsverhooging van f 50 toegekend, in
gaande 1° Januari 1895.
De gebouwen bleven onveranderd, zij voldoen bij voort
during goed aan de te stellen eischen.
Ook dit jaar vereischte de handhaving der reglementen
en verordeningen voortdurend nauwkeurig toezicht.
In de maand April werd aan de Apotheek opgedragen
het gereed maken der voorschriften door de geneeskundigen
aan de Algemeene Haagsche Polikliniek verbonden, afge
geven ten dienste van hen die door het Burgerlijk Arm
bestuur in geneeskundigen onderstand waren opgenomen.
In het geheel werden voor de Polikliniek in de Apotheek
gereed gemaakt 2388 voorschriften. Moeielijkheden kwamen
hierbij zelden voor en waar door de geneeekundigen hetzij
van de lijst van geneesmiddelen hetzij van de verordeningen
werd afgeweken werden zij, na daarover gemaakte opmerking,
bereid bevonden aan deze opmerkingen gehoor te geven.
Grooter bezwaren leverden de voorschriften afgegeven
aan de zoogenaamde wijklokalen, daar het voorkwam dat
van één middel een zoo groote hoeveelheid te gelijk werd
voorgeschreven dat Inspectores meenden daaraan niet te
mogen voldoen en de afwijkingen van de lijst der genees
middelen tevens niet zeldzaam waren.
In den laatsten tijd is het aantal voorschriften afgegeven
door niet Gemeeentegeneeskundigen doch geparapFeerd