17 Mr. H. Zillesen. ’s-Gravenhage, 31 December 1894. De Secretaris, (was get.) 0. J. A. Repelaek van Driel. Voor copie conform De Secretaris, W. de Man. Werkende Leden een onderzoek te doen instellen naar het zuurstofgehalte van het grachtwater op tijdstippen ge durende welke gespuid wordt en wel voornamelijk ter plaatse waar Delflands boezemwater binnen de Gemeente komt en daar waar het, na het grachtennet doorloopen te hebben, door het afvoerkanaal zeewaarts wordt gevoerd. De Heeren Binnendijk, Pareau, Hofman en de Man hebben de welwillendheid gehad zich met het nemen dezer tijdroovende proeven te belasten. Het rapport wordt te zijner tijd te gemoet gezien. Eene commissie samengesteld uit de Heeren van Lijnden. Huet, Erkelens en Limburg, uitgenoodigd het Bestuur te adviseeren omtrent de vraag welke bepalingen in het belang der hygiëne bij uitbreiding van den bebouwden kom der Gemeente te nemen zijn, bracht een belangrijk rapport uit. De gelegenheid dit laatste te behandelen heeft zich nog niet voorgedaan. Genoemde Commissie verdient den dank der Vereeniging voor de talrijke bijeengebrachte gegevens. Ter vervanging van de aftredende Leden van bet Bestuur, de Heeren J. Binnendijk en Jhr. O. J. A. Repelaer van Driel (de eerste, aftredende ingevolge de bepaling van Art. 5 van het Reglement, terwijl laatstgenoemde zich niet her kiesbaar stelde), werden in de Vergadering van Werkende Leden, gehouden op 29 November 1894, tot Bestuursleden gekozen de H.H. W. de Man, en wel als Secretaris, en Dr. A. N. Erkelens. Het Bestuur is nu samengesteld als volgt: J. D. Evers, Voorzitter. Dr. A. H. Pareau, Ondervoorzitter. W. de Man, Secretaris. Dr. A. N. Erkelens, Penningmeester.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1894 | | pagina 232