I I 17 Aan den Gemeenteraad van 's-Gravenhage. de zijde der Gemeente Geven met verschuldigden eerbied te kennen, de onder- geteekenden: J. D. Evers en Mr. H. Zillesen, Voorzitter en Loco-Secretaris van de Vereeniging tot verbetering van den Gezondheidstoestand te ’s-Gravenhage, dat zij onder ver wijzing naar het adres der Vereeniging dd. 29 Juni 11, een onderzoek instelden omtrent de door de Vereeniging tot het verschaffen van woningen aan minvermogenden te ’s-Graven hage aangekochte woningen nabij de Gedempte Gracht alhier, benevens omtrent een ontwerp tot verbetering van den aldaar bestaanden toestand. Het is hen gebleken, dat de woningen die volgens het ontwerp zouden worden opgeruimd de ellendigste verblijven zijn die men zich kan voorstellen en dat ze niet voldoen aan de meest elementaire hygiënische regelen. Volgens het ontwerp bovenbedoeld, zouden alle woningen opgeruimd en eene nieuwe 6 M. breede straat (verbindingsweg) aangelegd en voor zooverre de beschikbare ruimte strekt beiderzijds met eenvoudige woningen bebouwd worden. Evenals aan alle die in het streven der Vereeniging be langstellen, werd hen inzage verleend van het financieel plan voor de verbouwing. Het is daaruit gebleken, dat zich tevreden stellende, met eene zeer geringe jaarlijksche rente, de Vereeniging geldelijke hulp van de zijde der Gemeente niet kan missen. Het behoeft geen betoog, dat alles in het werk moet gesteld worden om te vermijden dat de bestaande woningen vallen in handen van eigenaars, die ze na een kleine herstelling weder verhuren. Men kan dit wel voorkomen door het aan geboden bouwplan mogelijk te maken, doch niet door be loften van verbetering op groote schaal, indien eenmaal een nieuwe onteigeningswet door de Staten-Generaal zal zijn vastgesteld. Bijlage B.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1894 | | pagina 237