18
b. Canalisatie.
De uitbreiding in 1894aan het buizennet gegeven, betreft
in hoofdzaak de canalisatie van nieuw aangelegde straten.
In enkele dier straten zijn pijpen met caoutchoucverbinding
(systeem Somzé) gelegd, met de bedoeling om, als die straten
gerioleerd en behoorlijk nagezakt zullen zijn, zoo noodig
die buizen weder op te nemen en door buizen met de gewone
loodverbinding te vervangen. De verruiming der canalisatie
(omvattende een deel van het buizennet van af de gasfabriek)
ten behoeve der nieuwe wijken aan het einde van den Bezuiden-
houtschen Weg, ten zuiden van dien Weg en ten oosten van
de Koningskade zal in 1895 worden ter hand genomen.
In het afgeloopen jaar zijn de buizen in straten, waar van
gemeentewege werkzaamheden zouden worden verricht, vooraf
zorgvuldig nagegaan en met behulp van palladiumchloruur
op gaslekken getoetst. Elders, waar vermoed werd, dat gas
lekken bestonden, werd eveneens een nauwkeurig onderzoek
ingesteld. Vele gebreken zijn daardoor aan den dag gekomen
en de kosten voor het onderhoud der buizenleiding zijn in
1894 aanzienlijk geweest.
Hiertegen weegt echter ruimschoots op. dat het gasverlies
per strekkenden Meter canalisatie van 9,57 Ms. in 1893
tot 8,00 M3. in 1894 is gedaald.
Het onderzoek naar den toestand van het buizennet, zoo
wel de hoofdbuizen als serviceleidingen omvattende, wordt
daarom op den thans gevolgden voet voortgezet.
De lengte en de afmetingen der in dit jaar gelegde leidingen
blijken nader uit den hier volgenden staat.