18 200 liter 207 3.349 lichten. zomer van 200 liter 89 lichten van Overgebracht 3.556 lichten, in den winter niet werden ont- waarvan stoken Op 31 December was dus het aantal. Het aantal intensieflichten werd niet 2 vermeerderd, 1 op de Conradkade tegenover de Laan van Meerdervoort en 1 op het Sweelinckpleinbeide Kraussélichten met een verbruik van 1200 L. per uur. Voor het Kraussélicht op de Groen markt met 1500 L. verbruik werd er een met 1200 L. ver bruik aangebracht. Tot de openbare verlichting behooren nog 2 petroleum lichten, welke het geheele jaar en 2 petroleumlichten, welke in den zomer worden ontstoken. Deze 4 lichten zijn in de Scheveningsche Boschjes geplaatst, zij zijn niet in de getallen 3556 en 3349 begrepen. Gedurende 1894 werden op enkele punten als proef gas- gloeilichten voor openbare verlichting aangebracht, de re sultaten waren bevredigend. Eene proef op meer uitgebreide schaal is voorbereid en zal in het voorjaar van 1895 worden genomen. Ter vervanging van 11 consoles werden in dit jaar 11 consolekolommen geplaatst. Op 31 December werden ontstoken 2110 lichten van 200 liter verbruik per uur, brandende van zonsondergang tot zonsopgang (nachtlichten, a), 1189 lichten van 200 liter, brandende van zonsondergang tot middernacht (avondlichten, en 49 lichten van verschillende capaciteit (intensieflichten, c). Van deze laatste hebben 12 lichten den geheelen nacht met volle capaciteit en 31 lichten na middernacht op nacht licht gebrand en werden 4 lichten te middernacht gebluscht, terwijl 2 lichten van zonsondergang tot zonsopgang op nacht licht branden (i licht op het Sweelinckplein wordt nog niet, 1 bij den Ouden Scheveningschen Weg alleen gedurende de zomermaanden met volle capaciteit ontstoken). Bovendien wordt 1 licht van 200 liter totl verschillende uren in den avond ontstoken. (A) In den zomer worden te Scheveningen ontstoken 82 lichten van 200 liter van zonsondergang tot zonsopgang V nachtlichten) van zonsondergang tot middernacht (avondlichten)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1894 | | pagina 271