18 33.000 M3. 29.250 2.178.719 231.902 houd van het materieel der publieke verlichting, ten bedrage van f 9.117,34s, met inbegrip der magazijngoederen; die van het ontsteken en blusschen der lichten, ten bedrage van ƒ33.717,70 en de jaarwedden der controleurs ten bedrage van 1778,12; te zanien derhalve een bedrag van ƒ44.613,163. De openbare verlichting kwam dus aan de Gemeente te staan op 9,048 cent den M3. Per pit (het aantal pitten gerekend op 3560) werd gemiddeld betaald f 55,37. De kosten van uitbreiding van het materieel der publieke verlichting, die door de gasfabriek gedragen worden, hebben met inbegrip der magazijngoederen 4.477,36 bedragen. De publieke verlichting heeft in dit jaar 2.178.719 M3. gas gebruikt, tegen 2.090.156 M3. in 1893. Het verbruik is dus met 88.563 M3. of 4.24% toegenomen. Per inwoner heeft dit gasverbruik 12,27 M3, bedragen, tegen 12,13 M3. in het vorige jaar. De stijging van dit cijfer moet worden toegeschreven aan het plaatsen van openbare lichten in straten, welke nog slechts gedeeltelijk bewoond worden. Onder bijlage N°. II komt onder meer voor het jaarlijksch gasverbruik voor de openbare verlichting sedert het begin der exploitatie door de Gemeente. HOOFDSTUK VIII. Gasverlies. Op den lstcn Januari 1894 bevonden zich in de gashouders Door de fabrieksgasmeters werd aangegeven als gemaakt in dit jaar16.623.739 16.656.739 'll h Hiervan werden afgeleverd: aan particuliere en gemeente- gebouwen 13.029.862 M3. aan publieke verlichting aan fabriek en kantoren en bleef op ultimo December in de gashouders aanwezig te zamen --- 15.469.733 zoodat het verlies heeft bedragen 1.187.006 M3. zijnde 7,14% van de geheele productie, of ongeveer 8,00 M3. per strekkenden meter canalisatie.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1894 | | pagina 273