19 I Onderwijs den Gemeente- burgerschool aan de Neptunusstraat onbehoorlijke hande lingen tegenover zijn personeel ten laste legde. De heer Hölscher lokte een onderzoek uit, dat werd ingesteld door eene commissie bestaande uit den Wethouder van onder wijs, den Districts- en den Arrondissements-schoolopziener. De uitslag daarvan was dat er volgens mededeeling van Burge meester en Wethouders aan den Gemeenteraad, in de zitting van 26 Juni, .voor gemeld schrijven in „de Volksonder wijzer” geen grond bestond.” Deze mededeeling werd voor kennisgeving aangenomen. Door den Arrondissementsschoolopziener werd echter nader op deze zaak teruggekomen en de onderwijzer Boer voor ontslag voorgedragen. Maar een schrijven door genoemden onderwijzer aan den schoolopziener gericht, waarin de eerste ten slotte zegt „hij betreurt door de verkeerde voorstelling dezer drie „punten den heer Hölscher in een verkeerd daglicht te „hebben gesteld en biedt hem daarvoor zijne verontschul- „diging aan”, gaf den schoolopziener aanleiding om zijn voorstel tot ontslag terug te nemen. In de Raadsvergadering van 25 September 11. werd nu deze zaak nogmaals breedvoerig besproken en eene motie aangenomen, luidende: „de Raad, met waardeering kennis nemende van het toezicht van den Arrondissementsschool opziener in zake het afkeurenswaardig optreden van den onderwijzer Boer, gaat over tot de orde van den dag.” Ook onze Commissie mag niet ontkennen dat de houding van den onderwijzer Boer een’ zeer ongunstigen indruk op haar heeft gemaakt; zij vereenigt zich geheel met het slot der redevoering van den Wethouder van Onderwijs over deze zaak (zie pag. 102, Handelingen van raad, zitting van 25 September 1894). Overigens blijkt uit de verslagen der Hoofden dat de verstandhouding tusschen hen en de onderwijzers, op enkele uitzonderingen na, goed is, de ijver en vlijt over het alge meen te roemen vallen en de onderwijzers naar de mate hunner krachten medewerken. Een woord van waardeering mag niet worden onthouden aan die hoofden en onderwijzers, welke, ook buiten de school, medewerken tot het bestrijden der zedelijke en stof felijke ellende, waarin zoo velen hunner leerlingen verkeer en

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1894 | | pagina 297