19
„dan telkens een grammaticaal verschijnsel besproken naar
„aanleiding van woorden, met opzet voor dit doel gezocht,
daarna eenige woorden aangesleept als thema-materiaal,
eindelijk een thema opgegeven, waarin dat materiaal
„volgens den pas geleerden regel moest worden bearbeid.
„Altijd regels en uitzonderingen, altijd woorden in
„dienst der grammatica.
„Heel anders de Berlitz-methode. Zij geeft woorden niet
„ter wille van de spraakkunst, ook niet in de eerste plaats
„als equivalenten van Nederlandsche woorden, doch als
„namen van dingen, eigenschappen, toestanden, handelingen.
„De kinderen worden er toe gebracht, die woorden, niet de
„daaraan verbonden beteekenis tot hun eigendom temaken,
„door ze gedurig te gebruiken voor het uitdrukken van hun
„eigen gedachten: zij spreken Fransch. De grammatica
„gaat niet vooraf, maar komt achteraan, de grammaticale
„kennis is geëvenredigd aan die van de levende taal.
„Het is opmerkelijk, hoe het onderwijs volgens de Berlitz-
methode bij de kinderen de ambitie wekt. De lessen bieden
„trouwens veel afwisseling: er wordt niet alleen gesproken
er worden ook voorwerpen beschouwd, zelfs kleine
comediestukjes vertoond. En wanneer de kinderen zoo
„met hun bescheiden woordenschat hun eigen gedachten uit-
spreken en neerschrijven, dan hebben zij de voldoening
„met hunne kennis iets te kunnen uitvoeren. En dit gevoel
„van te kunnen moet bevorderlijk zijn aan de zedelijke op
voeding, die het doel van alle onderwijs is.
„Het komt mij waarschijnlijk voor, dat de Berlitz-methode
„invloed zal uitoefenen op het geheele onderwijs. Ten eerste
„doordat zij het onderwijs in vreemde talen van zijn apart
„standpunt aftrekt en midden tusschen de andere leervak-
„ken neerzet.
„Maar vooral doordat zij, hoe onvolkomen ook nog in
„hare toepassing, zich kant tegen alle werktuiglijkheid. En
„aan werktuiglijkheid lijdt ons onderwijs nog al te zeer
„bv. dat in de Nederlandsche taal.’’
Nauw verwant aan de methode Berlitz, is de methode
Gouin, die ook het spreken van de taal als eerste deel
vooropstelt. Heeft de Berlitz-methode tot grondslag het zelf
standig naamwoord, die van Gouin neemt als grondslag het
werkwoord en schijnt in de oefeningen eene meer geregelde
en logische opvolging te hebben.