20
de
3e
Totaal
„kimstnijverheidsvakken, welks kweekelingen des zomers,
„op aandrang vooral van hunnen hoofdleeraar, de theorie
„met de practijk verwisselen en bij verschillende patroons
„werkzaam zijn, telde toen slechts 9 leerlingen.
„De Afdeeling A, 1ste en 2de klasse (elementair onder-
„wijs), bevatte niet minder dan 185 aan vangers, die beur
telings naar draad- en meetkunstige figuren en eenvoudige
„pleister-ornamenten teekenden. Het pleister-fragment in de
„3de, 4de en 5de klasse werd respectievelijk door 11, 10
„en 18 leerlingen bestudeerd. Naar het groot antiek pleis
terbeeld en naar pleisterborstbeelden oefenden zich 20
„mannelijke leerlingen. Het levend model trok ook dezen
„winter slechts 5 teekenaars.
„In de Afdeeling B (theoretische vakken) werd aan
„navolgende vakken door het daarbij vermelde aantal leer-
„lingen deelgenomen:
„Anatomie dagcursus 92 en avondcursus 11 leerlingen
„perspectief: dagcursus 47 en avondcursus 13 leerlingen;
„beschrijvende meetkunde: dagcursus 12 en avondcursus 7
„leerlingen: landmeetkunde: 9 leerlingen; werktuigkunde:
,14 leerlingen; stereometrie: 32 leerlingen; meetkunde en
„projectieleer 77 leerlingen.
„De Afdeeling C (ornament) bevatte des avonds 93 leer-
„lingen de dagcursus bestond uit 22 leerlingen
„De Afdeeling D (boetseeren) werd door 41 mannelijke
„en 7 vrouwelijke leerlingen gevolgd.
„De Afdeeling E (bouwkunde) bevatte in de 1ste klasse
49, in de 2de 53, in de 3de en 4de 65 leerlingen in de
„5de klasse 15, in de 6de klasse 9 leerlingen: in de 7de,
„8ste en 9de 17 leerlingen. Aan den cursus in het werk
tuigkundig teekenen werd door 23 leerlingen deelgenomen.”
II. De Ambachtsschool.
Directeur de heer H. L. Boersma.
De Ambachtsschool werd in December 1894 bezocht door
205 leerlingen tegen 189 in 1893.
Volgens de indeeling bij het theoretisch onderwijs zijn de
leerlingen aldus verdeeld
le klasse 134 tegen 115 in 1893
2e 43 53
_28_ 21
205 189