VERSLAG van Curatoren omtrent den toestand van
het Gymnasium der gemeente ’s-Gravenhage in het
jaar 1894.
Bijlage
ij 1. College van Curatoren.
Wegens zijne benoeming tot Minister van Buitenlandsche
Zaken, verzocht Jhr. Mr. J. RoËLL zijn ontslag als curator.
Het werd hem bij besluit van den Gemeenteraad van 22
Mei eervol verleend, onder dankbetuiging voor de door hem
in die betrekking aan de gemeente en aan het gymnasium
bewezen diensten. Met leedwezen zagen wij hem uit ons
college vertrekken, en ook wij wenschen hem hier hulde te
brengen en hartelijk dank te zeggen voor den steun en de
voorlichting, die wij, bij de verzorging van de belangen van
het gymnasium, steeds van hem mochten ondervinden.
üit onze aanbeveling voor de benoeming van zijn op
volger, waarop in alphabetische volgorde voorkwamen de
heeren Mr. J. S. D. van Doorn en Jhr. Mr. T. E. J. van
Eijsinga, werd door den Gemeenteraad op 26 Juni eerstge
noemde benoemd. Hij nam op 29 Juni zitting en weid in
onze vergadering van 8 September tot secretaris benoemd,
ter vervanging van Jhr. Mr. C. H. Beelaerts van Blokland,
die. bij zijne periodieke aftreding, den wensch te kennen
gaf, voor eene herbenoeming niet meer in aanmerking te
komen.
De Voorzitter herdacht de uitstekende wijze waarop de
heer Beelaerts het secretariaat had vervuld en dankte hem
voor de door hem verleende diensten.
2. De wet tot regeling van het hooger onderwijs, orga
nieke verordeningen, reglementeninstruction, enz.
In den aanvang van het jaar beantwoordden wij een in
het laatst van het vorige jaar ontvangen brief van Burge-