Q9
Bijlage V.
Regeering,
der Voort.
den rector van het gymnasium aan
het College van Curatoren over het eindexamen,
gehouden in Juni 1894.
VERSLAG van
van
Den 19, 20, 21 en 22 Juni hebben, onder voorzitterschap
van den rector, de leeraren van het gymnasium de zestien
leerlingen der zesde klasse volgens artikel 11 der wet ge
ëxamineerd ten overstaan van drie gecommitteerden der
Regeering, namelijk de heeren Dr. H T. Karsten. Hoog-
leeraar aan de Universiteit van Amsterdam, Dr. C. P. Tiele en
Dr. H. A. Lorentz, hoogleeraren aan de Universiteit te Leiden.
Voor de faculteit der godgeleerdheid, der rechtsgeleerd
heid of der letteren en wijsbegeerte werd het getuigschrift
verlangd door tien leerlingen, die geëxamineerd werden op
19, 20 en 21 Juni; de zes andere leerlingen, die het ge
tuigschrift verlangden voor de faculteit der genees- of der
wis- en natuurkunde, werden geëxamineerd op 20.21 en 22 Juni.
Naar het gevoelen der leeraren kon aan allen het ge
tuigschrift worden toegekend. De gecommitteerden vereenig-
den zich met dit gevoelen.
Mitsdien is het getuigschrift uitgereikt
voor de faculteit der godgeleerdheid, der rechtsgeleerd
heid of der letteren en wijsbegeerte aan
VV. M. de Brauw,
D. van Embden.
G. A. van Haeften.
C. Heyman,
J. Hingst,
W. F. G. Mastenbroek,
H. Pol vliet,
G. van Slooten,
J. H. Telders en
W. H. Gesner van