I 1 i 23 I en avondcursus 11 leerlingen en avondcursus 13 leerlingen; beschrijvende meetkunde: dagcursus 12 en avondcursus 7 leerlingenlandmeetkunde 9 leerlingen werktuigkunde: 14 leerlingen; stéréometrie32 leerlingen; meetkunde en projectieleer77 leerlingen. De Afdeeling C. (Ornament) bevatte des avonds 93 leer lingen de dagcursus bestond uit 22 leerlingen. De afdeeling D (boetseeren) werd door 41 mannelijke en 7 vrouwelijke leerlingen gevolgd. lingen. In de zoogenaamde schilderklasse zijn het grooten- deels jonge dames die, de kunst als eene aangename ont spanning beschouwende, de studie niet al te ernstig opnemen. Zij staan in die afdeeling met haar zestigtal tegenover 12 mannelijke leerlingen. Ook in den cursus M. O. had het aantal 33 der vrouwelijke candidaten verre de meerderheid, daar slechts 22 mannelijke leerlingen zich voor datzelfde examen bekwaamden. Aan den dagcursus in de knnstnijver- heidsvakken namen 20 jongelieden deel, onder welke ééne vrou- welijkel eerling, die zich in het ontwerpen van patronen oefende. De cursus voor vrouwelijke leerlingen, die des Woensdags en Zaterdags van 1 3 ure gegeven wordt, bestonduit 54 leerlingen. Tijdens den zomercursus van 1894 wijzigden zich deze cijfers in dier voege, dat de cursus voor vrouwelijke leerlingen slechts uit 34 bestond, terwijl bovendien nog 7 vrouwelijke leerlingen den schildercursus volgden. De ochtend-zomer- cursus trok slechts 30 leerlingen en de dagcursus in kunst- nij verheids vakken, welks kweekelingen des zomers, op aan drang vooral van hunnen hoofdleeraar, de theorie met de praktijk verwisselen en bij verschillende patroons werkzaam zijn, telde toen slechts 9 leerlingen. De Afdeeling A, le en 2e klasse (elementair onderwijs) bevatte niet minder dan 185 aanvangers, die beurtelings naar draad- en meetkunstige figuren en eenvoudige pleister- ornamenten teekenden. Het pleister-fragment in de 3e, 4e en 5e klasse werd respectievelijk door 11, 10 en 18 leerlingen bestudeerd. Naar het groot antiek pleisterbeeld en naar pleister-borstbeelden oefenden zich 20 mannelijke leerlingen Het levend model trok ook dezen winter slechts 5 teekenaars. In de afdeeling R (theoretische vakken) werd aan de navolgende vakken door het daarbij vermelde aantal leer lingen deelgenomen Anatomiedagcursus 92 perspectief: dagcursus 47

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1894 | | pagina 502