if
24
it
Tot de mededeeling overgaande van hetgeen betrekking
heeft op de verstrekking van genees-, heel- en verloskundige
hulp, herinnert het Burgerlijk Armbestuur, dat door Dr.
Ch. E. Baëza, met October 1893. in vereeniging met andere
Geneeskundigen is tot stand gebracht eene polikliniek ten
behoeve van on- en minvermogenden en namens die Ver
eeniging aan den Gemeenteraad onder meer is verzocht ge
worden, de voor onvermogenden af te geven voorschriften
kosteloos te doen gereedmaken in de Gemeenteapotheek.
Na ernstige overweging werd dit verzoek, behoudens door
Burgemeester en Wethouders te stellen voorwaarden, door den
Gemeenteraad toegestaan den 20sten Maart 1894, bij wijze van
proef, ingaande 1 Mei 1894; terwijl, in verband met de daarover
gevoerde beraadslaging, door den heerDr. G. P. van Tienhoven,
de motie werd voorgesteld .dat de Gemeenteraad van oordeel
„is, dat met het oog op de uitbreiding der Gemeente eene
„nadere regeling van de geneeskundige hulp, die vanwege
„de Gemeente wordt verstrekt, noodig is”: waarmede de Raad
zich in die zitting heeft vereenigd.
Het Burgerlijk Armbestuur uitgenoodigd zijnde ten deze
van advies te dienen, houdt zich met de voorbereiding van
een daartoe strekkend voorstel bezig.
Voorts werd bij Raadsbesluit van 24 April 1894 op ver-
De verpleegkosten dezer 367 personen, waarvan op ultimo
December nog 240 werden verzorgd, bedroegen over het
geheele jaar f 18,992.56.
Met opzicht tot de verpleging in de koloniën der Maat
schappij van Weldadigheid zij vermeld, dat, ingevolge de in
1819 en 1821 gesloten contracten, aldaar nog voor rekening
van het Burgerlijk Armbestuur gevestigd waren 5 huisge
zinnen die echter als vrijboeren geene kosten aan het Arm
bestuur veroorzaken.
Daarenboven werden voor zijne rekening in die stichting
nog verpleegd vier kinderen. Tevens werd, ten behoeve van
een aldaar geplaatst gezin en twee bejaarde vrouwen, die
niet zonder onderstand in hun onderhoud kunnen voorzien,
als vroeger, eene wekelijksche toelage voor rekening van
het Burgerlijk Armbestuur verstrekt.
Ter zake van deze ondersteuning en verpleging werd over
1894 aan de Maatschappij van Weldadigheid betaald f 582.19
tegen 649.92 in 1893.
4