27 (get.) S. K. D. M. VAN LIER. Secretaris. 6 Januari 1895. Aldus vastgesteld in de vergadering van van liefdadigheid zoude meenen aanspraak te mogen hebben. Het getal toch dergenen, die vaste jaarlijksche bijdragen geven verminderde met 21, zoodat dit aan het einde van het uitdeelingsjaar bedroeg 183. Moge spoedig dit getal wederom eene groote vermeedering ondergaan Helaas, onze instelling ook slechts zéér zelden bij testament bedacht. Het gebouw der instelling onderging geene veranderingen, en bleek bij voortduring aan de gestelde eischen te voldoen. Bij de bereiding der spijs werd ook dit jaar weder door elk der bestuursleden op zijn beurt de noodige controle uitgeoefend. Uit de bestuursleden werden even als vorige jaren eenige sub-comraissien gekozen, die zich met verschillende aange legenheden, o. a de zorg voor de etenswaren belastten. Eene nieuwe sub-commissie was die, welke voor de inschrijving der bedeelden zorgde. Niet dan na gedaan onderzoek liet deze Commissie hen, die zich hadden aangemeld, tot vaste bedeeling toe. De heer J. Schwarz belastte zich ook dit jaar wederom geheel belangeloos met de keuring van het vleesch, dat voor elke uitdeeling benoodigd was. Een woord van dank daar voor mag hem te dezer plaatse niet onthouden worden. Bij de uitdeelingen zelven hielden de bestuursleden telken male toezicht. Het bestuur onderging geene verandering, daar de af tredende leden, de heeren A. Denekamp en Th. I). Hanau Jr., herkozen werden. Eerstgenoemde bleef zich met groote toewijding met het penningmeesterschap belasten. Van het personeel der instelling kreeg de bijkok, die jarenlang als zoodanig had dienst gedaan, wegens hoogen ouderdom zijn eervol ontslag. De nieuw aangestelde bijkok voldeed goed, en vervulde, evenals het overige personeel met den opzichter, naar behooren zijn taak tot volle te vredenheid van het bestuur. Zóó werkten dus allen te zamen om onze instelling meer en meer aan haar edel doel te doen beantwoorden. Moge de bereiking van dit doel gemak kelijk gemaakt worden door den onmisbaren, steeds toe nemenden steun van een ieder, die onze instelling welgezind is

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1894 | | pagina 533