30
OPGAVEN omtrent de Spaarbank der Maat
schappij tot “Nut van ’t Algemeen” te
's-Gravenhage. over het boekjaar 1894.
”7
Bijlage
No. 3.
11478
aan
10
100
10
100
1000
3.147.915,34
1.519.693,11
van
538
6021
9722
3291
267
19839
1.292.758.20
3.474.286,94
380.918,90
18.000,—
99.436.69
4.767.045,14
Aantal inlagen in het boekjaar gedaan beneden één
gulden
Aantal inlagen
1 tot beneden f
9
1000 en booger
Totaal van het aantal inlagen in het boekjaar gedaan
Aantal uitbetalingen aan inleggers idem
Tegoed der inleggers aan het begin van het boekjaar f
Bedrag der inlagen gedurende het boekjaar o
(Hieronder niet op te nemen de rente die bij het
te goed is gevoegd).
Rente aan de inleggers toegekend a 3 pCt. (onver
schillig of die rente is uitbetaald, dan wel bij het
te goed is gevoegd)
Bedrag der uitbetalingen in het boekjaar (hieronder
ook op te nemen de aan inleggers uitbetaalde rente)
Tegoed der inleggers aan het einde van het boekjaar
Bedi-ag van het reservefonds idem
Overige erediteuren idem
Geheel bedrag der waarden van de bank idem. f 3.873.205,84
is in het afgeloopen jaar ook verandering gebracht
in den rentetax?Neen.
Zoo ja wat was aan het einde des boekjaars het
bedrag van den rentetax, waarnaar aan de inleggers
rente wordt toegekend
Is het kapitaal der bank geheel of ten deele geplaatst Neen.
in eene andere spaarbank?p
Zoo ja. tot welk bedrag aan het einde des boekjaars
eu in welke spaarbank