33
en de lust tot het degelijk aanleeren van een vak of ambacht
zal er door worden bevorderd.
Mag aan de eene zijde dankbaar worden vermeld dat de
uitkomsten der visscherij te Scheveningen in 1894, dankzij
de activiteit van reeders en bemanning der vloot en de
energie der handelaren, niet ongunstig waren, aan de andere
zijde moet worden gewezen op de groote ramp, die in de
dagen van 22 en 23 December het dorp trof. Wat toen ge
schied is, behoeft voorzeker niet in herinnering te worden
gebracht, liet geeft de Kamer echter aanleiding van bij ver
nieuwing de onmisbaarheid van een veilige ligplaats voor de
visschersvloot te doen uitkomen. Onmiddelijk na het gebeurde
richtten zich Burgemeester en Wethouders tot H. M. de
Koningin Regentes, met het verzoek dat maatregelen mochten
genomen worden ten einde de residentie tegen een ramp van
doorbraak te beveiligen. Daarbij vestigde zich meer dan
ooit de overtuiging dat er tot bescherming der visschersvloot
iets moest worden gedaan. Zoo trad onwillekeurig het plan
de Mos weder op den voorgrond. Burgemeester en Wet
houders gaven hunnerzijds een blijk wan belangstelling in
het bewuste plan door het te stellen in handen der Com
missie voor de publieke werken. Weldra zal dus de kwestie
der visschersvloot het onderwerp uitmaken van ernstig be
raad. De Kamer vertrouwt dat eindelijk aan de visschers-
plaats Scheveningen dezelfde zorg zal worden gewijd, welke
men steeds voor de badplaats aan den dag legde en dat
de visschersbevolking ervaren zal, dat zij niet achterstaat
bij de nieuwe elementen, welke zich in verband met de
badplaats en bijbehoorende inrichtingen doen gelden.
De kamer vestigde eenige jaren geleden de aandacht op
het feit dat voor tal van bedrijven hier ter stede de con
currentie met de vereeniging „Eigen Hulp” nadeelig werkt.
Het zou te ver voeren, indien de kamer haar denkbeelden
in dit opzicht breedvoerig ging ontwikkelen. Winkelver-
eenigingen gesticht uitsluitend door en ten behoeve van
lieden met geringe inkomsten, hoewel met zuiver economische
beginselen in strijd te achten, zouden verdediging kunnen
vinden; doch zij moeten ten eenenmale worden gewraakt
indien hooggeplaatsten en gefortuneerden leden of begun
stigers der coöperatieve winkelvereenigingen worden. Langs
dien weg worden historisch gevormde toestanden omverge-
worpen en wordt onherstelbare schade berokkend aan de