het hoofd der school
zeer werkzaam aan
werk stellen om door samenwerking genoemd stelsel bij de
clientèle ingang te doen vinden.
De toestand der 's-Gravenhaagsche Melkinrichting was
bij voortduring gunstig. De verschillende winkels mogen
zich steeds in een goed debiet verheugen, evenals de inrichting
„de Bataaaf.”
De vraag naar gesteriliseerde melk wordt geregeld grooter
de bewerking van dit artikel is echter te kostbaar om deze
handel winstgevend te doen zijn.
b. Ambachtsnijverheid.
Ofschoon de toestand der ambachtsnijverheid in het af-
geloopen jaar niet bepaald gunstig mag genoemd worden,
was er toch over het algemeen, voor zooveel de bouwvakken
betreft, voldoende werk. De aanvankelijk zachte winter op
het einde van 1894, waarvan door bouwondernemers partij kon
worden getrokken, gaf hun gelegenheid om tot in December
het werk voort te zetten. Toch trad daarna het verschijnsel
van werkeloosheid, dat jaarlijks in meerdere of mindere
mate terugkeert, weder op den voorgrond. Het middel hier
tegen laat zich steeds zoeken. Hetgeen door velen wordt
gewenscht, maximuni-werktijd en minimum-loon, zal in de
practijk en in zijne consequentien tot vele bezwaren leiden,
zoodat men wellicht daarvan zal moeten terugkomen.
Verbouwing of vergrooting van openbare scholen vond
niet plaats, doch besloten werd tot het bouwen eener koste-
looze openbare school bij den Schenkweg en van eene burger
school op een terrein aan de Regen tessel aan. De nieuwe
school aan de van Merlenstraat werd op 1 Maart 1894
in gebruik genomen, terwijl in den loop van 1895 zullen
geopend worden de kostelooze school aan de Fannius-
Scholtenstraat en in de verlengde de Gheijnstraat.
De Ambachtsschool gaat met gunstig gevolg voort in haar
streven om den grondslag te leggen voor hetgeen de leer
lingen voor hunne vorming tot bekwame en geschikte
werklieden noodig hebben. De Directeur, de heer H. L.
Boersma, die van den aanvang af aan
staat, heeft aan hare ontwikkeling een
deel genomen.
Het totaal der leerlingen bedroeg op 31 December 1894,
205, waarvan