69
2°. Vaartverbetering.
3°. Water v er verse h in g.
I
Aangaande de exploitatie en bet onderhoud van de
werken der waterverversching valt het volgende mede
te deelen.
In het Staatsblad No. 203 dd. 7 December 1894 werd
opgenomen de Wet, verklarende het algemeen nut der
onteigening van eigendommen, noodig voor den aanleg
van eene haven met zwaaiplaatsen enz. te ’s-Gravenhage.
Door aankoop was de Gemeente inmiddels in het
bezit geraakt van 49.8832 1I.A. grond tusschen den spoor
weg, de Laak en den Rijswijkschen weg, noodig voor
den aanleg dier werken.
werd na openbare aanbesteding gegund aan P. Nederlof
voor f 2788.
De grachten langs de oude-keienbergplaats en den
Asch- en Vuilnisstaal, deel uitmakende van het Afvoer
kanaal. werden eveneens op diepte gebracht. Dit werk
werd na openbare aanbesteding gegund aan G. v. d. Drift
voor f 1950.
In verband met liet verplaatsen van de baggerstalen
aan de Sprank tegenover de Waterpartij naar het
terrein achter de Zwitsersche woning werden aldaar
twee spranken gegraven en een gedeelte terrein afgegraven.
In verband met de. vaartverbetering naar 's-Gravenhage
werd besloten nabij de Swammerdamstraat in den
Trekvliet een gezonken boom te plaatsen.
Met betrekking tot de voorgenomen demping van
de grachten Nieuwe Haven, enz., voorkomende op
bl. 64 van het Verslag over 1893. werd met het
Hoogheemraadschap Delfland in correspondentie getre
den om te geraken tot eene regeling waarbij als com
pensatie voor eventueel te betalen schadevergoeding
aan het Hoogheemraadschap wegens verkleining van
den boezem, door demping dier grachten, in rekening
zou worden gebracht vergrooting van het boezemop-
pervlak door den aanleg van andere werken.