85
het Haagschc doorgangshuis deelt
Het bestuur van
mede:
Jn 1894 werden opgenomen 33 vrouwen, met 1150
verpleegdagen.
Van deze 33 verpleegden gingen 8 in diensten. 7 ver
trokken voor langere leiding naar gestichten, 2 werden
tot opleiding in gezinnen te Frederiksoord geplaatst,
6 keerden tot de ouders terug, 3 moesten naar het
Ziekenhuis, 2 liepen weg, 2 verlieten eigenwillig liet
huis en 3 waren op 31 December nog in het Door
gangshuis aanwezig.
Op eigen aangifte werden 0 vrouwen ingeschreven.
Het aantal vrouwen, verdacht van prostitutie, die,
op verzoek van hen, die macht over haar hadden, door
bemiddeling van de politie of op eigen verzoek in het
Doorgangshuis aan de Hugo-de-Grootstraat werden
opgenomen, bedroeg 33, en in dat aan de Bagijnestraat 18.
15 vreemde vrouwen, waarvan gebleken was of die
sterk onder verdenking stonden dat zij zich aan prosti
tutie overgaven, werden over de grenzen des Rijks
gebracht.
20 minderjarige vrouwen werden, als verdacht van
zich aan prostitutie over te geven, naar hare ouders of
voogden teruggebracht; 2 dezer waren vreemdelingen
en ten aanzien van haar werd gehandeld volgens de
verklaring, gewisseld met het Duitsche Rijk (zie Staats
blad no. 85 van 1S91); 2 maal werd een verhoor afge
nomen van Duitsche vrouwen volgens genoemde ver
klaring.
Geneeskundig onderzoek had plaats 682 maal, waarvan
598 in huizen van ontucht en 84 in het visitatielokaal
der Gemeente.
Geene vrouwen werden met syphilis of venerische
ziekte besmet bevonden.
Wegens het niet verschijnen voor het geneeskundig
onderzoek werden opgemaakt 358 processen-verbaal
waarin waren vermeld 2916 gevallen.
Wegens overtreding van artikel 8 van de verordening
op de prostitutie werd opgemaakt 1 proces-verbaal en
wegens overtreding van artikel 18, 1ste zinsnede, 11
processen-verbaal.