115 f opgegeven, benevens uit de alhier in functie zijnde onderwijzers, 1ste klasse, die mochten willen solli- citeeren naar die bepaalde betrekking. Voor eene volgende vacature wordt het over blijvend getal aangevuld tot tien met den beste der overige candidaten, die voldaan hebben en voor benoeming in aanmerking kunnen komen. Aan het vergelijkend examen werd door 168 candidaten deel genomen; 37 hunner werden op de lijst van benoembaren geplaatst. 2°. De onderwijzers der 2de klasse krijgen in het vervolg na 10 en na 15 jaren dienst als onderwijzer bij het openbaar lager onderwijs in deze Gemeente telkens eene toelage van 100, in plaats van na 15 en 25 jaren dienst. 3°. De Jaarwedden der Hoofden van scholen werden zoodanig geregeld, dat de Hoofden, die na 1 April 1892 zijn aangesteld, telkens na 5 jaren dienst eene verhooging van ƒ100.— krijgen, totdat hunne wedde het maximum van /2000.heeft bereikt, terwijl aan de Hoofden, die vóór dien datum zijn benoemd, na 20 jaren diensteen wedde van /'2000.— wordt toegekend. Tengevolge van deze bepaling is de verhooging der jaarwedde van de Hoofden der scholen niet meer afhankelijk van het overlijden of vertrek van hoofden. Dezelfde verordening no. I van 1892 werd bij Raads besluit van 17 December 1892 nogmaals gewijzigd en daarna opnieuw vastgesteld. De toen aangebrachte wijzigingen waren: 1°. Elk kwartaal, en niet elk jaar, wordt vastgesteld de som aan de Hoofden der scholen uit te keeren voor toelagen aan kweekelingen. 2°. De Hoofden der scholen moeten jaarlijks voor 1 Februari rekening en verantwoording doen van de gelden door hen in een vorig jaar voor toelagen aan kweekelingen ontvangen. 3°. Een nieuw artikel werd ingelascht betreffende

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1895 | | pagina 121