H
138
van
971
l-i
Veestapel.
De gezondheidstoestand van den veestapel was over
liet algemeen gunstig.
Het mond- en klauwzeer, dat in 1894 veelvuldig
voorkwam, bepaalde zich tot enkele gevallen in liet,
begin van bet afgeloopen jaar. doch meest bij runderen
van buiten ingevoerd en voor de slachtbank bestemd.
De slachtplaatsen werden zorgvuldig gereinigd en de.
huiden, hoeven, hoornen en klauwen werden ontsmet.
Dij een mede van buiten ingevoerd en voor de slacht
bank bestemd paard werd aan het lokaal van keuring
aan het Zieken kwaden droes geconstateerd. Op last
van den districtsveearts werd het afgernaakt en werden
de overblijfselen onschadelijk gemaakt.
Ontsmet zijn 3 koeienstallen en 2 maal de stal aan
de IIuijgenspoort waarvoor de uitgaven ad f136.585 door
het Rijk zijn vergoed.
De telling van het
Het aantal veulenmerriën bedroeg
veulens en werkpaarden
ezels en muilezels
springstieren
melkkoeien en melkvaarsen
kalveren en pinken
schapen.
varkens.
Volgens eene begrooting
het aantal
hoenders
gaf de volgende uitkomsten
7
3520
68
6
644
39
64
503
van het pluimvee bedraagt
H
vee
f
461.—
29’.—
83.—
2.-
22.70
27.—
273.—
58.—
oofdge wasse n.
Oppervlakte
in H.A.
Grasland, waarvan gebruikt zijn
als Hooiland.
Tuinen en Warinoezerijgronden.
Boomgaarden, waarvan de vruchten geheel of althans
giootendeels in den handel komen.
Aardappelen.
Boomkvveekerijen.
Bosschen.
Lustgronden.