110
b. Vervening
c. Mijnwezen.
nijverheid treft men in deze Ge-
Deze takken van
meente niet aan.
b. Buitenlandsche Handel.
Ten aanzien van den buitenlandschen handel ver
wijzen wij naar 2 letter b van het verslag der Kamer.
c. Scheepvaart langs de rivieren, kanalen en vaarten.
Mededeelingen betreffende de scheepvaart worden ge
vonden in 4 van het verslag der Kamer.
Uit de opgaven van den Havenmeester blijkt, dat in
1895 de Gemeente zijn binnengekomen 61904 vaar
tuigen. metende 1012375 ton, waarvoor aan havengeld
is ontvangen f 30,371.25. Aan havengeld voor 43 hout
vlotten (144 koppels) en 1 losse balk (16 meters) werd
ontvangen f 21.69. Voorts werd aan liggeld eene som
van f 118.35 ontvangen voor 173 vaartuigen, metende 3945
ton. aan niet-ingezetenen toebehoorende, terwijl f 741.85
werd ontvangen voor bewoonde en onbewoonde vaar
tuigen van ingezetenen der Gemeente.
d. In- en Uilklaringen.
Hieromtrent zijn ons geene bijzonderheden bekend.
d. Vïsscherij binnengaats, op de Zuiderzee en buitengaats.
Mededeelingen betreffende de visscherij en aanver
wante bedrijven treft men aan in 3 van het verslag
der Kamer van Koophandel.
Handel en Scheepvaart.
a. Binncnlandsche Handel.
Paragraaf 2 letter a. van het verslag der Kamer van
Koophandel bevat een overzicht van de verschillende
markten te dezer stede, van de hoeveelheid der aldaar
aangevoerde voortbrengselen en van de daarvoor bestede
prijzen.