15 Het aantal verpleegdagen gedurende 1895 bedroeg 68669 t. w. voor de: Je kl. 436, 2e kl. 950, 3e kl. 2763, 4e kl. 2813, 5e kl. 61695, Politie 12. Per patient is dit dus gemiddeld 31 dagen of' per dag gemiddeld 188 patiënten. Tot bijzondere opmerkingen geven bovenstaande cijfers geene aanleiding. Dat het aantal verpleegdagen per patient dit jaar klein was en dit in andere gemeente-ziekenhuizen meestal belangrijk hooger is, moet gezocht worden in de omstandigheid, dat ook dit jaar lijders, meermalen nauwelijks hersteld, moesten worden ontslagen, ten einde plaats te maken voor nieuwe zieken, die ter verpleging naar het Ziekenhuis werden gezonden. Onvoldoende ruimte was oorzaak en onze hoop, dat daaraan in 1895 nog een einde zou komen, door het nieuwe gebouw in gebruik te kunnen nemen, bleek ijdel te zijn. Moge dit spoedig anders worden en ons daardoor de gelegenheid worden gegeven onze verplichtingen jegens de verpleegden in alle opzichten na te komen. Zooals reeds in het vorig verslag is vermeld had Mej. Egeling tegen 1° Januari 1895 ontslag aangevraagd als adjunct-directrice, maar had zij de bereidwilligheid in functie te blijven tot dat de in hare plaats benoemde Mej. Manden haar in Mei zou kunnen opvolgen. Reeds nu betaamt ons een woord van warme waardeering van de wijze waarop Mej. Manden de belangen van zieken en van het personeel weet te behartigen. De hulp, die zij ons in zooveel opzichten biedt, doet ons de wensch uitspreken, dat zij lang aan het ge meenteziekenhuis moge verbonden blijven. Met het oog op de uitbreiding van het Ziekenhuis en de daaruit voortvloeiende meerdere werkzaamheden werd be sloten tot het aanstellen van een 3den hulp-geneesheer en werd als zoodanig benoemd de Heer C. W. Vinkhuijzen, arts, die in hoofdzaak werd belast met het bacteriologisch- Che misch- en pathologisch anatomisch onderzoek. Dr. Nolst Frenité, die gedurende jaar a’s hulp ge neesheer met ijver en zelfvertrouwen was werkzaam geweest vroeg ontslag aan tegen October 1.1 teneinde zich als arts te vestigen te Breda. Moge het hem in zijn nieuwen werk kring naar wensch gaan en hij een goed gebruik weten te maken van de ervaring in het ziekenhuis opgedaan. In zijne

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1895 | | pagina 216