16
Bijlage
s-G ravenhage, 1 Maart 1896.
Ter voldoening aan art 23 der Verordening regelende de
Gemeen te-Apotheek (Verz. 1885 No. 2) hebben Inspectores
der Gemeente-Apotheek de eer UEdel Achtbaren het navol
gende Verslag over het jaar 1895 uit te brengen.
Door de herbenoeming der H.H. Dr. T. H. Blom Coster
en F. R. Vechtman tot leden van het College van Inspectores
bleef dit onveranderd; de vergaderingen van het College
werden zooveel mogelijk, geregeld maandelijks gehouden.
In het personeel der Apotheek kwam evenmin eenige
wijzigingallen gaven reden om over hun plichtsbetrachting
te vreden te zijn. Keurde de Gemeenteraad in 1894 eene
traktementsverhooging voor den inwonenden bediende, a
f 50, jaarlijks, goed, Inspectores waren van meening dat
de billijkheid medebracht dat ook de uitwonende bediende
eene gelijke verhooging deelachtig werd, en hun daartoe
bij de begroeting voor 1896 gedaan voorstel mocht de goed
keuring van den Raad -verwerven.
Het handhaven en opvolgen der reglementen en verorde
ningen gaf tot geene ernstige moeielijkheden aanleiding, alleen
zij uw aandacht er op gevestigd dat de geneeskundigen
somwijlen in verzuim blijven om bij ziekte of afwezigheid
de Gemeente-Apotheek hiermede in kennis te stellen en aan
te geven wie met de waarneming hunner praktijk belast is,
dit geeft soms aanleiding tot vertraging in de geregelde afle
vering der geneesmiddelen.
De werkzaamheid in de Apotheek onderging eenige uit
breiding; door den Gemeenteraad toch werd aan het R C.
Ziekenhuis en aan het Israëlitische Ziekenhuis vergunning
verleend om de recepten, voorgeschreven voor personen door
het Burgerlijk Armbestuur in geneeskundigen onderstand
opgenomen, kosteloos in de Gemeente-Apotheek gereed ge
maakt te krijgen, terwijl aan de Diaconiegestichten der
Nederl. Herv. Gemeente eveneens werd toegestaan kostelooze