17 is te verwachten, gaf aanleiding dat de Heer Dr. A. H. Pa reau als bestuurslid en als lid der Vereeniging bedankte. Bij de mededeeling van het nemen van het ontslag als lid der Vereeniging, werd op den voorgrond gesteld dat de Vereeniging niet aan haar doel beantwoordt als de zoo noodige samenwerking tusschen het gemeentebestuur en de Veree niging wordt gemist Dat het weggaan van den heer Pareau een groot verlies voor de vereeniging zou zijn, behoeft geen betoog: het Bestuur heeft dan ook alles in het werk gesteld om den heer Pareau als werkend lid te behouden, opdat de door hem in bewerking zijnde sterftetafelen zouden kunnen worden afgemaakt. De heer Pareau heeft aan dien drang toegegeven, waar voor hem zeker alle leden hartelijk dankbaar zullen zijn. De heer Dr. C. A. Verrijk Stuart, die als werkend lid is benoemd, heeft zich bereid verklaard in de Commissie voor statistiek zitting te nemen. Voor de controle van de uitkomsten der sterftestatistiek dezer gemeente was het noodig. dat voor het tijdvak tus schen de jaren 18851894 eenige verklaringen van over lijden, welke bescheiden in het gemeentearchief worden be waard, en waarvan de kopieën waren vernietigd, alsnog werden geraadpleegd. Daar bij Beschikking van den Minister van Binnenlandsche Zaken, dd. 8 Julij 1890, no. 2167. Afd. M. P de sterktestaten goedgustig aan de Vereeniging ter gebruik making werden afgestaan, richtte het Bestuur zich per re kwest tot den Minister van Binnenlandsche Zaken om door Zijner Excellentie’s tusschenkomst inzage van de bedoelde stukken te krijgen. De Vereeniging ontving daarop de me dedeeling dat de verlangde verklaringen tegen betaling van een bedrag van f 200.in afschrift door Burgemeester en Wethouders van ’(övirew/mgezouden kunnen worden verstrekt. Ten zeerste verbaasd over dit hooge bedrag, haastte zich het Bestuur aan Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken mede te deelen. dat alleen dringend noodig waren de verklaringen voor de 8ste wijk der gemeente en dat de Vereeniging alsnog gaarne tegen een evenredig minder be drag in het bezit van het gevraagde zoude worden gesteld. In het daarop ontvangen bericht van den Minister werd medegedeeld, dat Burgemeester en Wethouders genegen waren de verlangde afschriften te verstrekken tegen eene vergoeding van f 120.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1895 | | pagina 224