17 Hoewel dit cijfer aan het Bestuur nog zeer hoog voor kwam, heeft het gemeend dit aanbod, ofschoon zeer drukkend voor de financiën der Vereeniging, met het oog op de goede zaak te moeten aannemen. Terwijl het bestuur echter aan het overwegen was op welke wijze deze uitgave zoude kunnen worden bestreden, had een der leden de goedheid de Ver eeniging een bedrag van f 100.ter tegemoetkoming in de kosten aantebieden. In dank werd dit milde aanbod aanvaard. Het rapport van de commissie over de vraag of bij uit breiding van het bebouwde gedeelte van de gemeente 's-Gra- cenhage op voldoende wijze rekening wordt gehouden met de eischen der hygiëne, was, zooals in het vorig jaarverslag reeds is vermeld, aan het einde van het jaar 1894 ingekomen. Daar het Bestuur zich echter met enkele beschouwingen, vooral betreffende de rioleering. niet geheel vereenigen kon, richtte het daarover, met het oog op het eventueel publiek maken van het stuk, een schrijven aan de Commissie met de vraag of het niet in aanmerking kwam om enkele ge deelten van het rapport te wijzigen, nu intusschen door den gemeenteraad de aanleg van een bepaald rioolstelsel was aangenomen. De Commissie meende daarop ontkennend te moeten antwoorden. Ten einde de leden der Vereeniging in de gelegenheid te stellen over het al of niet publiceeren van het verslag te oordeelen werd het rapport in eene algemeene vergadering ter tafel gebracht, nadat den leden daarvan een afschrift met de daarover gevoerde correspondentie tijdig was toegezonden. Op deze vergadering, welke plaats had op 11 Juni 1895, en waarbij door verschillende leden het woord werd gevoerd, werd besloten aan eene Commissie uit drie leden op te dragen een nieuw rapport op te maken dat voor publiciteit geschikt zoude zijn en waarbij op de bemerkingen van de leden, in de vergadering kenbaar gemaakt, zoude worden gelet. Dit rapport, tegelijk met het jaarverslag over 189394 aan de leden toegezonden, is als bijlage A aan dit verslag toegevoegd. Door Burgemeester enWethouders van ’s-Gravenhage wordt jaarlijks aan de Vereeniging gevraagd de noodige gegevens te verstrekken, voor zooveel de vereeniging aangaat, ten behoeve van het jaarlijksch verslag van den toestand der gemeente. Daar echter het gemis aan belangstelling in het streven van de Vereeniging en het onbeantwoord laten van de brieven en adressen aan het College van Burgemeester

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1895 | | pagina 225