17
van
Door eenige bewoners van het Alexandershofje aan de
Bankastraat, die met de achterzijde van hunne huizen aan
de Transvaalstraat grenzen, werd geklaagd dat hunne be
nedenvertrekken onbewoonbaar werden door het vocht dat
van de genoemde straat door de muren drong. Daar de
Transvaalstraat een aan verschillende particulieren toebe-
hoorend niet afgesloten achterpad is, waarop sinds lang sin
tels, asch en allerlei onreinheden worden geworpen, is de
grondslag daarvan zeer opgehoogd en verhard, zoodat het
water niet kunnende wegvloeien, zich door de huizen een
uitweg baant. Na verschillende pogingen om in dien minder
goeden toestand te voorzien, is eindelijk door de medewer
king van genoemden Hoofdcommissaris het terrein afgesloten,
waardoor verdere vervuiling wordt tegengegaan.
Een der bewoners van het huis Dennenweg no. 23 riep
de hulp in van het Bestuur, tot het verkrijgen van drink
baar water, in het door hem met vele andere gezinnen be
woonde pand. Het water uit de aanwezige eenige pomp, dat
door den heer Nanning, apotheker alhier, was onderzocht,
bleek als drinkwater verwerpelijk te zijn, door de aanwe
zigheid van chloor- en stikstofverbindingen en organische
stoffen. Vooral als veel water aan de pomp werd ontleend,
was het gehalte zeer slecht. Het trok daarbij de aandacht
dat in het gebouw ook een water- en vuurnering was ge
vestigd. Na eenige vergeefsche pogingen te hebben beproefd,
daar door den eigenaar de groote behoefte aan goed drink
water aanvankelijk niet werd ingezien, werden ten slotte de
bemoeiingen van het Bestuur met goeden uitslag bekroond
en zijn de woningen thans tegen verminderd tarief op de
d u inwaterleidin g aangesloten
Een onderzoek naar den minder goeden toestand van het
dak van een pand in de I luijgensstraat bracht aan het licht
dat de daarover ingekomen klacht van weinig beteekenis
was en dat het feit meer een geschil tusschen huurder en
verhuurder betrof.
Van een bewoner van een der straatjes nabij de Witte
brug was een klacht ingekomen over een ondragelijken
stank veroorzaakt door een mesthoop. Daar de naam van
den persoon op wiens erf zich de bedoelde mesthoop be
vond. niet voorkwam op den staat van degenen aan wie
eene vergunning tot het hebben van een mestbewaarplaats
is uitgereikt, werd het feit ter kennis van den Hoofdcom-