17
Bijlage A.
De ervaring leert, dat liet dikwijls hoogst moeielijk, zoo
niet ónmogelijk is. afdoende verbetering te brengen in toestanden,
die op eenige wijze voor de volksgezondheid schadelijk blijken
te zijn, waar deze worden waargenomen in, en direct of indirect
voortvloeien uit den oorspronkelijken aanleg van reeds dicht
bevolkte plaatsen. Waar zoodanige toestanden worden gecon
stateerd. roepen zij dikwijls de noodzakelijkheid van zeer
kostbare voorzieningen in het leven, die gemakkelijk te ver
mijden zouden zijn geweest, indien bij den stadsaanleg of de
stadsuitbreiding met ruimen blik ware gelet geworden op de
belangen van het algemeen en niet de toekomst maar al te
vaak geheel uit het oog ware verloren. Deze opmerking, die
zeker geen tegenspraak zal ontmoet; n, wettigt ongetwijfeld
eene poging om de aandacht te vestigen op de beginselen,
die. naar de thans geldende inzichten, bij stadsuitbreiding
speciaal op onzen bodem, behooren te worden gevolgd.
Zeer belangrijke invloed op de volksgezondheid in eene ge
meente wordt uitgeoefend door: den aard van den bodem,
den stand van het grondwater en de hoedanigheid der wateren
nabij of door de gemeente vloeiende. Zij wordt voorts be-
heerscht door de wijze, waarop de aanleg der straten en de
bouw van de huizen daaraan geshiedt, door de inrichting dier
huizen zelve en eindelijk door de zorg, die er wordt gedragen
voor het verwijderen of neutraliseeren van die gezondheids
schadelijke factoren, welke uit het samenleven op een beperkt
oppervlak van een groot aantal menschen onmiddelijk en
onvermijdelijk voortvloeien.
ALGEMEENE REGELEN ter herordening ran
den Gezondheidstoestand, in a.'ht te nemen bij
de uitbreiding, run steden inzonderheid met het
oog op den aanleg van nieuwe wijken te ’s-Gra-
renhage.