17 wettelijke regeling der onteigening dan de thans vigeerende toch zou zelfs bij de bestaande wetgeving een tijdig ontworpen plan groot nut hebben kunnen doen. Had dit bestaan, dan zouden geen uitgestrekte wijken zijn aangelegd, waarin geen enkele boom te vinden is, en waarin de bevolking geen andere gelegenheid vindt om zich te vertreden dan op de straten. Indien bij zoodanig plan de eischen waren in het oog gehouden, die wij met betrekking tot den bodem hebben opgenoemd, dan zouden er geen reeksen van kostbare huizen zijn ver rezen op een slecht voorbereiden bodem, met een te weinig opgehoogden grondslag, waaruit thans reeds, bij aansluiting met nieuwen aanbouw, groote moeilijkheden ontstaan. Bij behoorlijke bouwvoorschriften en een corps ambtenaren, talrijk genoeg om aan hunne naleving krachtig de hand te houden, zouden geene arbeiderswijken zijn aangelegd, die na enkele jaren van bestaan wegens rottende vloeren, vochtige muren en onvoldoende dakbedekking als voor de gezondheid schadelijk moeten worden gebrandmerkt. Bij tijdige inachtneming en krachtige handhaving van de eischen der gezondheidsleer zou onze residentie, in zoo menig opzicht door de natuur bevoorrecht boven andere gemeenten, veel meer dan thans het geval is, eene eereplaats ook in dit opzicht onder de Nederlandsche gemeenten kunnen innemen. Zeker kunnen de lessen der gezondheidsleer de hoop niet doen voeden, dat de strooming der bevolking uit het gezondere platteland naar de groote centra met hunne in zoo menig opzicht nadeelige werking op de gezondheid hunner bewoners eens zal ophouden. Dergelijke verschijnselen echter ontsnappen voor een groot deel aan onzen directen invloed. I les te ernstiger echter moet het besef zijn van onzen plicht, om te doen wat in ons vermogen is. ten einde het daaruit voortvloeiende nadeel te neutraliseeren.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1895 | | pagina 242