II
17
van bijzondere
tarief, door
wan-
aan het
Art. 12. De keurmeesters van het vleesch kunnen,
neer zij zulks noodig achten, monsters vleesch
Bureau ter onderzoek aanbieden.
Art. 13. De Directeur beoordeelt, of het in het vorig
artikel bedoeld onderzoek al dan niet door de keurmeesters
zelven kan geschieden, wijst hun de plaatsen aan, waar zij
de noodige onderzoekingen kunnen doen en onderricht
kunnen geven en regelt daarbij hunne werkzaamheden.
Art. 14. Ieder belanghebbende (bijzonder persoon of in
stelling) kan, met opgave van zijn naam en van dien van
den leverancier, monsters van levensmiddelen of andere
verbruiksartikelen aan het Bureau tot onderzoek aanbieden.
Art. 15. Bij de aanbieding van een monster volgens
artikel 14. ontvangt de belanghebbende daarvoor een ge
nummerd ontvangbewijs, en wordt hem medegedeeld wanneer
hij zich kan aanmelden om den uitslag van het onderzoek
te vernemen.
Op het bepaalde tijdstip wordt hem. tegen teruggave van
het ontvangbewijs, de uitslag van het onderzoek medege
deeld op een door den Directeur van het Bureau onder-
teekend billet, waarop hetzelfde nummer als op het ont
vangbewijs, benevens den naam der aangeboden waar, zijn
vermeld en voorts uitsluitend de verklaringgoed, vervalscht
of schadelijk.
Art. 16. Het onderzoek van noodzakelijke levensbenoodigd-
heden, aangewezen op eene lijst, door Burgemeester en
Wethouders vast te stellen, geschiedt aan het Bureau koste
loos ten behoeve van onvemiogenden en van instellingen
van weldadigheid.
Alle andere onderzoekingen ten behoeve
personen of instellingen geschieden tegen een
Burgemeester en Wethouders, den Directeur van het Bureau
gehoord, vast te stellen.
De prijs van een onderzoek wordt vooruit betaald bij de
aanbieding van het monster, tenzij ter zake van een onder
zoek als bedoeld is in het eerste lid van dit artikel, wordt
overgelegd een bewijs van onvermogen of een bewijs dat het
monster wordt aangeboden ten behoeve van eene instelling van
weldadigheid. Als bewijs, dat dit een en ander is geschied, geldt
het in het eerste lid van artikel 15 bedoelde ontvangbewijs.
Art. 17. Burgemeester en Wethouders kunnen, onder door
hen te stellen voorwaarden, aan andere dan gemeentelijke
I,
ij