17 de en om den invloed van de gaan, na bekendmaking, op er geen last van heeft bijv, ’s nachts met het dichtzetten van de enkele een proef kunnen diening van de nieuwe sluis worden belast, daar beide sluizen nooit te gelijk in werking zullen zijn. Van wege het Hoogheemraadschap Delfland zullen, in verband met de vergunning voor den bouw van de schutsluis in de Loosduinsche vaart d.d. 1 Juni 1885 en de vergunning tot den aanleg van het Ververschingskanaal d.d. 14 April 1886 tegen het openzetten van de sluisdeuren en het aan brengen van de tweede waterkeering bovenbedoeld, geen bezwaar zijn te wachten. In het oorspronkelijk project voor de waterverversching was trouwens rondleiding van het grachtwater in verschillende richtingen door het aanbrengen van keersluizen op den voorgrond gesteld. Ik merk hierbij verder nog op dat, indien het Laakkanaal doorgetrokken wordt tot de Loosduinsche vaart en de ge meenschap tusschen deze wateren al of niet door middel van een sluis wordt verkregen, het water van de Loosduinsche vaart rechtstreeks naar den Haagschen Vliet zal vloeien. De genoemde nauwe brug bij de Beeklaan in den Moerweg zal dan eventueel dezelfde bezwaren voor de scheepvaart opleveren en voor verruiming in aanmerking komen. Wen- schelijk zal het in ieder geval zijn bovengenoemde wateren door een keersluis af te scheiden opdat het water van Loosduinsche vaart beurtelings door de stadsgrachten het Laakkanaal kan worden geleid. In alle geval zoude thans reeds, aangegeven werkwijze na te oogenblikken dat de schipperij op Zondagen en keerdeuren onder de Loosduinsche brug worden genomen. Algescheiden van de verbetering, welke voor het Haagsche grachtwater door den aanleg van een sluis in de Schie, nabij de Doenkade en een mede toevloeien van water door de Loosduinsche vaart te wachten is, zoude het kwaad van het vervuilen van de kleinere publieke wateren, waardoor trou wens ons geheele land wellicht minder gezond, doch in alle geval minder aangenaam te bewonen is, het best kunnen worden tegengegaan, indien van Regeeringswege maatregelen werden genomen, waarbij het vervuilen van openbare wateren werd strafbaar gesteld.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1895 | | pagina 252