18
HOOFDSTUK VH.
over
r
het badseizoen
1895 werd de verlichting
f 2.928,51
kubieken meter
1
206
148
3.704 lichten
205
3.499 lichten
1894 95 op enkele punten
op 1 Januari
3.349 lichten
prijsver-
is gele-
Puhlieke Verlichting.
Blijkens het verslag over 1894 werden
1895 ontstoken
Van de lantaarns, behoorende tot de zomer-
verlichting te Scheveningen, werden ontstoken:
in Maart
bij de opening van
In den loop van
uitgebreid met.
zoodat aanwezig zijn
waarvan in den winter niet werden ontstoken.
Op 31 December was dus het aantal
Nadat reeds in den winter van
in de stad verschillende gasgloeilichtbranders waren aange
bracht, werden in April ingevolge overeenkomst aangegaan
met de Nederlandsche Gasgloeilicht-Maatschappij J. Selten
te Amsterdam, op risico dezer maatschappij 150 gewone
lichten door gasgloeilichten vervangen. Gedurend drie zomer
maanden heeft deze proef gunstige resultaten opgeleverd.
Na afloop daarvan werden de branders door de Gasfabriek
overgenomen en de onkosten voor onderhoud, uitgenomen
die voor arbeidsloonen, vergoed In de tweede helft van 1895
is met het plaatsen van gasgloeilichtbranders door de Gas-
M3. geweest. De vermindering dezer cijfers moet aan het
toenemend gebruik van gasgloeilicht worden toegeschreven.
De 13.627.082 M3. gas. door particulieren en gemeente-
gebouwen verbruikt, zouden tegen 61 cent den kub. meter
hebben moeten opbrengenƒ885.760,33
Er is ontvangen„882.831,82
Zoodat aan oninbare posten en
mindering (Binnenhof) een verlies
den van
De gemiddelde netto opbrengst van een
gas heeft dus bedragen 6,479 cent.
Op bijlage N°. II komt onder meer voor het gezamenlijk
gasverbruik van de particulieren en van de Gemeente voor
hare gebouwen van jaar tot jaar. sedert het begin der
exploitatie door de Gemeente.