18 Gasverlies. 25.7 50 Op den Isteii Januari 1895 bevonden zich in de gashouders29.250 M3. Door de fabrieksgasmeters werd aangegeven als gemaakt in dit jaar17.183.401 ”17.212.65Ï M tegen 12,27 M3. in het vorige jaar. De vermindering van dit cijfer is uitsluitend aan de toepassing van het gasgloei licht voor openbare verlichting toe te schrijven. Onder bijlage N". II komt onder meer voor het jaarlijksch gasverbruik voor de openbare verlichting sedert het begin der exploitatie door de Gemeente. HOOFDSTUK VIII. Hiervan werden afgeleverd en gemeente- 13.627.082 M3. 2.205.!» IS 222.579 aan particulieren gebouwen aan publieke verlichting aan fabriek en kantoren en bleef op ultimo December in de gashouders aanwezig te zamen- 16.081.329 zoodat het verlies heeft bedragen 1.131.322 M3. zijnde 6,58° o van de geheele productie, of ongeveer 7,32 M3. per strekkenden nieter canalisatie. De laatste twee cijfers hebben in 1894 bedragen 7.11° en 8,00 M3. zoadat in het afgeloopen jaar weder een gunstige vooruitgang met betrekking tot het gasverlies valt op te merken. Indien de dagelijks verkregen hoeveelheden gas herleid worden tot eene temperatuur van 60° F. en een barometer stand van 760 mM. wordt over 1895 de productie 16 848.482 M3. zijnde 334.919 M3. minder dan door de fabrieksgasmeters werd aangegeven. Naar dit cijfer berekend, heeft het gas verlies 796.403 M3. bedragen, zijnde 4.73° 0 van de geheele productie en 5,15 M3. per M'. canalisatie. In 1894 waren deze cijfers respectievelijk 5.37% en 5,90 M3. HOOFDSTUK IX. Verzameling der vorige gegevens. Op den pten Januari 1895 bevonden zich in de gas-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1895 | | pagina 290