19
Mr. J. J. Bergsma, Voorzitter.
Jhk. Mr. W. A. R. Engelen, Secretaris.
in de school
Ook in onze Commissie rees de vraag of het niet wensche-
lijk zoude zijn, dat er eene verordening in het leven werd
geroepen, volgens welke de Hoofden van scholen kennis
zouden kunnen nemen van baldadigheden door hunne leer
lingen buiten de school gepleegd en om dergelijke zaken
dan te behandelen, te bestraffen, alsof' zij
waren gepleegd.
Een drietal vragen werden aan de Hoofden van de open
bare scholen voorgesteld. De meeningen waren natuurlijk
nog al uiteenloopend, maar de meerderheid was er niet mede
ingenomen, zag de wenschelijkheid of het nut er niet van in. De
schoolgaande kinderen toch, meende de meesten. maken zich
niet zoozeer schuldig aan ernstige baldadighedenhet zijn
meer oudere knapen en meisjes, reeds aan de school ontgroeid
dan bemoeien de hoofden, haast zonder uitzondering, zich
toch al met hetgeen hunne leerlingen op straat uitvoeren
en ondervinden daarbij, voorzeker een gelukkig verschijnsel,
zelden of nooit tegenkanting van de zijde der ouders Dit
een en ander overwogen, besloot de Commissie de zaak te
laten rusten.
Uit de verslagen van vele hoofden van scholen is gebleken,
dat er eene aanschrijving is gekomen van B. en W. waarin
wordt bericht dat de hoofden geene gelden uit het bedrag,
hun toegestaan voor de leermiddelen, mogen gebruiken voor
schooltuinen, het aankoopen van bloembollen enz. Het wil
der commissie zeer wenschelijk toeschijnen dat aan de hoof
den van scholen zooveel mogelijk vrijheid worde gelaten in
het aanschaffen van in hun oog noodige leermiddelen, mits
het budget niet worde overschreden of terecht overdrijving
in het een, ten koste van het ander, mocht kunnen worden
aangetoond.
De Commissie mocht bij hare vergaderingen zeer dikwijls
den Wethouder van Onderwijs en meermalen den arrondisse-
mentsschoolopziener in haar midden zien.
De commissie, die hare bezwaren tegen die aanschrijving aan
B. en W. had te kennen gegeven, mocht bij schrijven dd. 14/j- Eebr.
II. tot haar genoegen vernemen dat het bedoelde besluit door B. en W.
is ingetrokken en ftO.— per school voor onderhoud van een school
tuin en aanschaffing van planten, ten behoeve van het onderwijs, is
toegestaan.